Auteursarchief: Robert Vos

Goed Voornemen 2015: Benoem een Vrouw!

Caroline Flack, de winnares van de 12e aflevering van het populaire BBC programma Strictly Come Dancing zei het zo: “Hij heeft meer geloof in mij dan ik in mijzelf.” Je herkent dat vast wel: je vraagt een talentvolle vrouw om een management positie in te nemen en zij twijfelt. Ze weet niet zeker of zij over alle competenties beschikt om zo’n leidinggevende rol met succes te spelen. Neem eens de moeite om door te vragen en er achter te komen wat deze vrouw er nu werkelijk van weerhoudt om leidinggevende verantwoordelijkheid te aanvaarden.

Het jaar 2015 is een uitgelezen jaar om meer vrouwen op leidinggevende posities te krijgen in dit land – in het bedrijfsleven, bij de overheid en in de politiek, in de wetenschap en op onze universiteiten. Waarom dit jaar, zul je zeggen? Om verschillende redenen. In de eerste plaats omdat er op dit moment een grote hoeveelheid hoogopgeleide getalenteerde jonge vrouwen beschikbaar is. Er studeren meer vrouwen af op onze hogescholen en universiteiten dan mannen – in vrijwel alle vakgebieden. En naast veel andere goede redenen in de laatste plaats omdat tegen het einde van dit jaar – om precies te zijn op 1 januari 2016 – tenminste 30% van de leden van de Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen van grote NV’s en BV’s van het vrouwelijke geslacht moeten zijn, want anders… tja, wat dan eigenlijk?

Hoe kan je nu snel uitvoering geven aan het goede voornemen om meer vrouwen te benoemen op leidinggevende posities binnen je eigen bedrijf of organisatie? Zo moeilijk lijkt dat niet. De meeste mannen willen best ruimte maken voor vrouwen – maar willen die vrouwen die aangeboden ruimte wel pakken? Laten we gewoon aan de slag gaan. Volg dit simpele stappenplan:

  1. Maak een situatie analyse
  2. Stel streefcijfers vast per management team
  3. Identificeer vrouwelijk talent in de gehele eigen organisatie
  4. Ga de gesprekken met deze vrouwen aan
  5. Benoem ze zo snel mogelijk

Situatie analyse

organogram kleinWaar hebben we het over? In jouw eigen organisatie heb je een directie, daaronder een paar afdelingen met een eigen management team en als het om een grote organisatie gaat wellicht daaronder nog wat management teams. Het bekende organisatieschema met de “harkjes” komt in beeld. Van elk van die teams is eenvoudig vast te stellen hoeveel mannen en vrouwen daarin zitten. Klaar!

Streefcijfers

large_2a875_fifty-fiftyIn een ideale wereld komen evenveel vrouwen als mannen voor. Zo ook in jouw organisatie. Dus laten we eens vaststellen hoeveel vrouwen eigenlijk in al die management teams zouden moeten zitten: 30%? Of gewoon fifty-fifty? Ik ga even uit van het laatste. In MTs met een oneven aantal leden mag je natuurlijk een keus maken: twee vrouwen en een man of twee mannen en een vrouw. Maak je keuze! Nu weet je precies hoeveel vrouwen je tekort komt. Schrijf dat aantal op. Klaar!

Wacht even: uiteraard ga ik hier makkelijk voorbij aan het feit dat daar nu uiterst competente mannen zitten, waarvoor natuurlijk een oplossing moet worden gezocht. Ik ben ervan overtuigd dat je daar als leider van deze organisatie een goede en voor iedereen acceptabele oplossing voor weet te bedenken! Daar ben je tenslotte leider voor, toch?

Identificatie van vrouwelijk talent

Jouw HR-systeem zou inzicht moeten kunnen geven in het totaal aantal vrouwelijke medewerkers, hun gedrag en houding, hun opleiding, vaardigheden en competenties alsmede hun ambities. Zeer waarschijnlijk zit hier verrassend (veel) potentieel tussen om in aanmerking te komen voor management benoemingen; wellicht is een aantal vrouwen reeds actief op (lagere) management posities en komt in aanmerking om door te stoten naar hogere, misschien zelfs het hoogste echelon. Kort en goed: je hebt nu namen en rugnummers van de vrouwen die in aanmerking komen. Klaar!

Ga de gesprekken aan met deze vrouwen

So far so good! Nu komt het lastigste gedeelte van deze ogenschijnlijk simpele procedure. Ga gesprekken aan met deze vrouwen. Besef daarbij heel erg goed dat vrouwen vanwege hun holistische kijk op het leven vol zitten met twijfels en onzekerheden. Vreneli Stadelmaier publiceerde onlangs haar boek “F*ck die onzekerheid” om vrouwen bewust te maken van hetgeen hen zo onzeker lijkt te maken waar mannen gewoon “achter het stuur kruipen”.

In een dergelijk traject als hier beschreven vroeg ik aan een hoogopgeleide, zeer gekwalificeerde en getalenteerde vrouw of zij plaats wilde nemen in de directie. “Oh nee, die ambitie heb ik helemaal niet!”, riep zij – hoogzwanger van haar tweede kind – verschrikt uit. Drie coaching gesprekken en een leiderschapstest later erkende zij dat ze die job wel degelijk aan zou kunnen. Gesprekken met de directeur en met haar man thuis overtuigde haar om die plek wel te ambiëren. Inmiddels doet zij het gewoon erg goed. Ook het MT functioneert beter naar verschillende maatstaven. Als ‘het gesprek’ niet intensief met haar was aangegaan, dan zou uitstekend eigen talent verloren zijn gegaan. Haar grootste angst? Dat haar work-life balans in ongerede zou raken in het nadeel van haar persoonlijke leven. Door goede afspraken te maken – thuis én op het werk – hoeft 24/7 beschikbaarheid niet in te houden dat je structureel veel meer dan 40 uur per week werkt.

Dus mannen: ruimte geven aan vrouwen houdt in dat je de gesprekken aangaat met talentvolle vrouwen en hun onzekerheden adresseert. Klaar!

Benoem een vrouw op een leidinggevende positie

Dat was tenslotte het goede voornemen voor 2015. Doe het dan ook! En vergeet niet dat deze vrouwen behoefte hebben aan goede management training, coaching en mentoring. Even voor de goede orde: dat geldt evenzo voor juist benoemde mannelijke managers! Dat bij mannelijke managers ook veel zaken misgaan, ligt heel vaak aan het niet goed selecteren op hun leiderschap en vervolgens het ontbreken van training, coaching en mentoring van deze net benoemde managers. Hoe is management development nu geregeld in jouw organisatie? Ik ben benieuwd naar je antwoord.

Het is van groot belang om leidinggevenden op hun persoonlijke authentieke leiderschap te selecteren, trainen, coachen en mentoren. Dat geldt voor vrouwen net zo. Respecteer daarbij alsjeblieft zoveel mogelijk de verschillen tussen mannen en vrouwen. Juist die verschillen zorgen voor complementariteit en synergie die leiden tot de gewenste meerwaarde van genderdiversiteit. Door vrouwen op mannelijke waarden gebaseerde management development programma’s en/of MBA’s te laten volgen, gaat veel van hun authenticiteit verloren. Onze MDP’s en MBA’s zullen dus moeten worden aangepast aan genderdiverse management teams. Wordt vervolgd.

 

Dames, dames, mag ik even uw aandacht?

Dat stond afgelopen zaterdag (20 december 2014) boven de column van NRC-redacteur Menno Tamminga. Hij refereerde aan het vorige week verschenen rapport over de stand van zaken in Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In hoofdstuk 7, getiteld De eenzame elite, komen zeven mannen aan het woord. Mannen als Herman Wijffels (ex-kabinetsinformateur, ex-Rabo bestuursvoorzitter), Elco Brinkman (ex-minister, ex-senator, ex-lobbyist Bouwend Nederland) en Jort Kelder (BN’er, oud en nieuw geldliefhebber, vriend van Mark Rutte). Stuk voor stuk kenners van de machtselite. Maar geen vrouwen dus.

De voetnoot in het betreffende hoofdstuk stelt: „Overigens hebben we meerdere vrouwen benaderd, maar zij reageerden niet of afwijzend op ons verzoek voor een interview.” Tamminga vindt het vervolgens verleidelijk om hierop te reageren met iets als: “Dames, als jullie dan zo graag doorstoten naar de macht, als je dan meer vrouwen wilt hebben in de top van het bedrijfsleven, bij overheidsdiensten, het kabinet en de Europese Commissie, dan moet je er wel iets voor dóen.”

Authentiek vrouwelijk leiderschap gaat dus niet over die typisch testosteron-gestuurde begrippen als macht en strijd. Vrouwen steken nu eenmaal anders in elkaar dan mannen. In de zakelijke communicatie en gedragsstijlen is dat maar ten dele zichtbaar. Als je dat meet en vervolgens afzet tegen de dimensie formeel versus informeel en de dimensie dominant versus afwachtend dan blijken vrouwen en mannen gelijkelijk verdeeld in de vier kwadranten (promotor, supporter, controller en analist) voor te komen. Het echte verschil zit dus dieper: in het eigen systeem van normen en waarden, de identiteit en de zingeving.

Vrouwen zoeken eerder samenwerking waar mannen nog voor strijd (competitie) gaan. Waar mannen sterk focussen op inhoud, leggen vrouwen liever relaties. Vrouwen zien snel verbanden en leggen snel verbindingen die op de langere termijn tot betere en meer duurzame resultaten leiden. Daardoor zien zij meer kansen én meer risico’s. Mannelijke directieleden laten graag hun belang (“verkoop is belangrijker dan productie”) prevaleren boven het algemeen belang van de gehele onderneming. Vrouwen leggen onmiddellijk verband tussen verkopen wat je produceert en produceren wat je verkoopt met een actief luisterend oor naar de doelgroep. In hun ambitie zijn vrouwen minder blind dan mannen, wellicht zelfs meer resultaat georiënteerd in het belang van de gehele organisatie. Niet dat vrouwen hiermee meteen beter zijn dan mannen, maar de complementariteit tussen beide seksen maakt het geheel wel aanmerkelijk sterker en levert gewoon betere bedrijfsresultaten op. Robeco – the investment engineers – beveelt niet voor niets aan om bij het kopen van aandelen te kijken of er vrouwen in het bestuur van de onderneming zitten. Zo ja, dan kopen, want die aandelen renderen beter…!

Overigens meldt de Emancipatiemonitor 2014 (gezamenlijke uitgave van het SCP en CBS) ook positief nieuws: steeds meer vrouwen studeren af in vrijwel alle vakgroepen (meer dan hun mannelijke medestudenten) en meer vrouwen kiezen voor techniekstudies. Daarentegen neemt het aantal vrouwen in raden van bestuur en commissarissen tergend langzaam toe. Jet Bussemaker verzuchtte onlangs: “Zo duurt het nog tot 2080 voordat er sprake is van enige balans.” Het goede nieuws speelt zich af op het hoogste echelon net ónder de raad van bestuur: het aantal vrouwen op dat niveau in het bedrijfsleven neemt sterk toe. Van die bijna-topmanagers is 45 procent vrouw. In de kweekvijver van potentieel talent voor de toekomstige top zit een behoorlijk aantal vrouwen, constateert het SCP. Nu maar hopen dat zij het weten vol te houden en daadwerkelijk doorstoten in de top!

Laatst mocht ik twee berichtjes ontvangen van twee ‘old white males’ in reactie op de aankondiging van mijn “Hij-voor-Zij” programma. Ik wil ze de lezer niet onthouden, want het laat zien dat er nog wat belemmeringen in de weg staan om meer vrouwen in de top van organisaties te krijgen. De eerste reactie luidde: Een mooi initiatief om vrouwen op leidinggevende posities te manoeuvreren, zij het dat ik er – net als al die andere mannelijke leidinggevenden – natuurlijk toch enigszins argwanend naar kijk en er totaal geen moeite mee heb als dit werkt in andere bedrijven ;-))))))  Zolang het criterium maar altijd is: right (wo)man on the right place….en bij gelijke geschiktheid tossen we er eerlijk om !!” Hier spreekt duidelijk de angst van de man: bang om de positie waaraan hij zijn macht ontleent kwijt te raken. Bij gelijke geschiktheid kies je natuurlijk voor de vrouw om de in ruim 24 eeuwen opgelopen achterstand weer meer in balans te brengen!

De tweede reactie was nog sterker: “Persoonlijk vind ik het verplicht promoten van vrouwen een enorme stommiteit omdat dan zeker de verkeerde mensen (!!!!!!!!!!!!!!!!!!!) op een plek terecht komen. Gelukkig gaat het vanzelf de goede kant op omdat grote bedrijven gaan uitsterven.” Ik vind het grappig dat na zoveel eeuwen niet altijd geslaagd mannelijk leiderschap, nu ineens bij de inzet van vrouwelijke leiders wordt gesteld dat “zeker de verkeerde mensen op een plek terecht komen”. De vele uitroeptekens waren afkomstig van de verzender van dat bericht. Het uitsterven van grote bedrijven laten we maar aan het wishful thinking van diezelfde verzender: de toekomst zal vermoedelijk een meer hybride wereld zijn waarin grote bedrijven bestaan naast vele kleine agile ondernemingen. En als zelfstandige ondernemers zullen vrouwen in die nieuwe maatschappij een zeer voorname creatieve en innoverende rol spelen!

266px-St-thomas-aquinasAllerd Stikker wees in zijn boek “Over vrouw en man: De onverbrekelijke samenhang” (Kopperlith & Co, 2000) op de vernietigende rol van de drie A’s: de Griekse filosoof Aristoteles, de middeleeuwse kerkvader Augustinus van Hippo en de Italiaanse scholasticus Thomas van Aquino (zie afbeelding). Vernietigend voor de zelfstandige ontwikkeling van de westerse vrouw. Aristoteles (384 – 322 v. Chr) stelde de mannelijke superioriteit vast. Zijn theorieën hebben ervoor gezorgd dat het idee van meer gelijkheid tussen man en vrouw, zoals die in de progressieve ideeën van Socrates en Plato hoopvol werden geformuleerd, geen schijn van kans maakte. Augustinus (354 – 430 n.Chr) stelt in zijn De Civitate Dei dat de zonde van Eva de vrouw verantwoordelijk heeft gemaakt voor al het lijden en alle rampen ter wereld. En dat wordt door Thomas van Aquino (1225 – 1274) nog eens bekrachtigd in zijn Summa Theologica: “Vrouwen zijn ondergeschikt, zowel in aanleg als in wilskracht, en daarom hebben ze niet genoeg geesteskracht om zich tegen begeerte te kunnen verzetten.” In dit kader is de mannelijke interpretatie van Soera IV uit de Koran die handelt over vrouwen interessant, namelijk als een vrijbrief om de vrouw in de samenleving volledig aan de man te onderwerpen. Lees in dit licht nog eens beide e-mailberichten uit de 21ste eeuw die ik hierboven aanhaalde!

Toch lijkt Tamminga in NRC een punt te hebben over de directeur-grootaandeelhouder: “Je zou denken, hé, daar maakt het niks uit, man of vrouw, want je bent gewoon de baas… Nou, het maakt dus wel uit. De vrouwelijke directeur-grootaandeelhouder betaalt zichzelf 44.100 euro. De man 72.000 euro. Dames, jullie doen jezelf tekort.”

Mijn interpretatie luidt: vrouwen kennen hun eigen maatschappelijke waarde heel goed. Mannen overschatten zichzelf. Laat zij maar oppassen, want wellicht prijzen mannen zichzelf hierdoor uit de markt! Het aanbod van hoogopgeleide en getalenteerde vrouwen neemt met de dag toe en begint al het aantal hoogopgeleide en getalenteerde mannen te overstijgen. Vraag en aanbod, dus… tel uit je winst!

Hoe herken je slechte leiders?

Het is belangrijk om je te realiseren dat als iemand een leiderschapspositie bezet dat niet automatisch betekent dat hij/zij daarmee meteen een leider is. Anders gezegd: “not all leaders are created equal”. Het probleem waaronder veel organisaties lijden is een herkenningsprobleem – het lijkt erop dat zij niet in staat zijn om goede leiders te onderscheiden van slechte leiders. In dit artikel zal ik aangeven hoe je slechte leiders kunt herkennen aan de hand van een aantal symptomen c.q. eigenschappen. Het lijken open deuren, maar toch wordt er in de dagelijkse praktijk vaak overheen gekeken. Misschien worden deze symptomen zelfs genegeerd. Slecht leiderschap is slecht voor de eigen organisatie, dus hier is je kans het te herkennen en er vervolgens snel vanaf te komen.

Als het in jouw bedrijf lastig blijkt te zijn om slechte leiders te herkennen of er lijkt een tekort te zijn aan leiders, dan heeft testen weinig zin. Je hebt dan geen testprobleem, maar een leiderschapsprobleem. Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van leiderschap is het creëren van meer en betere leiders. Peter Drucker zei het zo: “There is no success without a successor.”

Dus als je toch wilt testen, ga dan gerust je gang. Wij beschikken over een uitstekende test (CLS360), maar wellicht is het even praktisch, accuraat en doelmatig om goed te letten op de volgende 15 symptomen. Als in jouw bedrijf leiders aanwezig zijn die deze symptomen niet begrijpen, dan zou ik voorstellen om hen niet te testen, hen niet op je lijstje MT2020 te zetten en hen zeker niet te promoveren – in plaats daarvan zou je moeten overwegen om ze te trainen & coachen of te ontslaan.

  1. Leiders die “het” niet zien, zullen het nooit vinden: Leiders zonder visie zullen falen. Leiders zonder visie zijn niet om hun teams te inspireren, motiveren naar betere prestaties of duurzame meerwaarde te creëren. Een slechte visie, tunnelvisie, een wispelturige visie of een niet-bestaande visie brengen leiders ten val. Het is dé taak van een leider om zijn organisatie op te lijnen rondom een heldere en bereikbare visie. Dat gaat niet werken in een team waar de blinde andere blinden leidt.
  2. Als leiders falen om zichzelf te leiden: Een leider die gebrek toont aan karakter of integriteit zal de tand des tijds niet doorstaan. Het maakt niet uit hoe intelligent, aardig of overtuigend een persoon is en hoeveel gezond verstand hij/zij heeft, als zij gevoelig zijn voor het rationaliseren van hun niet-ethische gedrag vanwege huidige of toekomstige behoeften dan zullen zij ten prooi vallen aan hun eigen ondergang. Optiek boven ethiek is geen succesformule.
  3. Doe mee of zwijg: Niets getuigt meer van slecht leiderschap dan een gebrek aan prestaties. Niemand is perfect, maar leiders die bij voortduring falen zijn geen leiders hoezeer je ook zou wensen dat zij dat wel zijn. Hoewel resultaten uit het verleden ook hier geen garantie zijn voor de toekomst, moet een langdurig track-record van succes niet worden onderschat. Iemand die op een consistente wijze het ene succes aan het andere rijgt heeft meer kans op succes in de toekomst dan iemand die dat verleden niet heeft. Onthoudt dus dat nog niet bewezen leiderschap een zeker risico inhoudt! Slimme bedrijven herkennen potentieel, maar belonen de gerealiseerde prestatie.
  4. Pas op voor de ‘betweter’: De beste leiders zijn zich pijnlijk bewust van hoeveel zij niet weten. Zij hebben niet de behoefte om het slimste jongetje/meisje van de klas te zijn. Zij kennen het onstuitbare verlangen om van anderen te leren. Leiders die niet zelf groeien in hun baan kunnen geen leiding geven aan een groeiende onderneming. Een van de kenmerken van grote leiders is hun onverzadigbare nieuwsgierigheid. Als een leider niet extreem benieuwd is naar elk aspect van hun organisatie dan vormen zich donkere wolken aan de horizon.
  5. Als er een ernstig falen moet worden gecommuniceerd: Als leiders voortdurend in verwarring worden gebracht door diegenen die het maar niet willen begrijpen dan is er sprake van zowel een leiderschap- als een communicatieprobleem. Een leider met gebrekkige communicatievaardigheden is geen lang leven beschoren. Grote leiders kunnen doelmatig communiceren ongeacht het medium, het publiek en de omgeving. Zij zijn actieve luisteraars, snelle denkers en zij weten precies wanneer zij iemand moeten bellen, afpoeieren of de telefoon uitzetten.
  6. De wereld draait om hen: Als leiders het concept van “je eigen belang ondergeschikt maken aan dat van de onderneming” niet begrijpen, dan zullen zij nooit het vertrouwen en de loyaliteit winnen van degenen die zij leiden. Elke leider is slechts zo goed als zijn/haar team hem/haar toestaat hen te leiden. Een overdosis aan ego, trots en arrogantie vertegenwoordigt geen positieve leiderschapskenmerken. Echte leiders nemen zelf de schuld op zich en geven de eer van het succes aan hun medewerkers – niet andersom. Om een lang verhaal kort te maken: als een leider een motie van wantrouwen ontvangt van zijn medewerkers… game over!
  7. Zing samen een lied: hoewel je de woorden liefde en leiderschap zelden in een en dezelfde zin zult aantreffen, kan ik u verzekeren dat echt groot leiderschap zelden kan bestaan zonder dat liefde aanwezig is en wordt gepraktiseerd. In feite, als je onderzoek doet naar falend leiderschap, dan stuit je vaak op gebrek aan liefde, misplaatste liefde of misleide liefde als voorname, zo niet de voornaamste reden van het falen. Empathie, nederigheid en vriendelijkheid zijn tekenen van sterk leiderschap – niet van zwakte.
  8. “One size fits all” stijl van leidinggeven: De beste leiders zijn fluïde en flexibel in hun benadering. Zij begrijpen de kracht van en de noodzaak tot contextueel leiderschap. “My way or the highway” stijlen van leidinggeven doen het niet zo goed meer in de hedendaagse wereld. Zo’n stijl resulteert in een gebroken cultuur en uiteindelijk in een niet-productieve organisatie. Alleen leiders die snel de onderhanden situatie doorzien en hun leiderschapsstijl daarop aanpassen zullen op de langere termijn successen boeken. Denk in termen van delen in plaats van bezit, in overgave in plaats van ‘control’ en samenwerken in plaats van dicteren.
  9. Gebrek aan focus: Leiderschap gaat minder over balanceren en meer over prioriteren. De meeste leiders zijn meedogenloos in hun streven naar focus. Leiders die focus en aandacht voor details missen waarmee zij het verschil kunnen maken en hun mensen op juiste wijze kunnen inzetten zullen verdwijnen. Leiders die niet doelbewust optreden en niet gefocust zijn falen zelf en daarmee (helaas) hun team. Leiders die discipline ontberen geven het verkeerde voorbeeld en houden teveel ballen in de lucht. Organisaties lopen groot risico als hun leider focus verliest. Intenties moet op één lijn staan met resultaten; pas dan kun je over doelmatig leiderschap praten.
  10. Dood door ‘comfort zone’: De beste organisaties verslaan hun concurrenten met de blik op de toekomst en de beste leiders begrijpen hoe je vooruit de toekomst in beweegt. Leiders die tevreden zijn met de status quo of die zich meer bezig houden met overleven dan groeien, gaan het op de lange termijn niet maken. De beste leiders zijn gefocust op het in goede banen leiden van veranderingen en innovaties waarmee zij hun organisaties fris en fruitig, dynamisch en groeiend houden. Bottom line – leiders die een statisch bedrijf leiden zijn gedoemd te falen.
  11. Geen aandacht voor de consument: Leiders die niet goed zijn afgestemd op de markt zullen falen. Het is een bekend gezegde: als u niet goed zorgt voor uw klanten, dan zal een ander dat wel doen. Succesvolle leiders concentreren zich op de klantbeleving hetgeen leidt tot hogere klanttevredenheid en loyaliteit. De beste leiders vinden wegen om op een consistente wijze in contact te blijven met hun klanten en hen te betrekken bij hun innovatieve initiatieven. Als je op  enigerlei wijze je klanten negeert, onheus bejegent of op een andere wijze je klanten niet waardeert, dan zijn je dagen als leider geteld.
  12. Investeer in mensen: Leiders die niet gecommitteerd zijn om te investeren in de mensen die zij leiden zullen falen. De beste leiders ondersteunen hun team, maken deel uit van hun team, mentoren en coachen hun team; zij zorgen letterlijk goed voor hun team. Een leider die niet investeert in zijn mensen, beschikt niet langer over een team – althans geen doelmatig team. Ook hier past een oud gezegde: mensen maakt het niets uit hoeveel jij weet tot het moment dat zij weten hoeveel je om hen geeft – naar die woorden mag een leider leven.
  13. Het “R” woord: Echte leiders leggen rekenschap af. Zij geven niet de schuld aan anderen; zij eisen niet de eer op voor het succes van hun team en zij aanvaarden de verantwoordelijkheid als er tijdens hun wacht iets misgaat. En bovenal leggen zij rekenschap af aan hun team. Leiders die geen verantwoording afleggen aan hun mensen worden te zijner tijd ter verantwoording geroepen door hun team.
  14. Het is de cultuur, domoor: Hier luidt de les dat de bedrijfscultuur wel degelijk van belang is. Als je dit uit het oog verliest dan zullen alle inspanningen met betrekking tot talent initiatieven niet langer functioneel zijn voor zover ze al niet helemaal verloren gaan. Maar laat het ook niet los: creëer de bedrijfscultuur “by design”. De eerste stap naar een integere bedrijfscultuur houdt in dat je heel erg voorzichtig bent wie je toelaat tot je bedrijf. Mensen, hun karaktertrekken, gedrag, houding en werkethiek (of het gebrek daaraan) zijn besmettingshaarden. Dat kan zowel positief of negatief zijn – de keus is aan jou. Het oude gezegde “talent kweekt talent” is beslist waar, maar talent dat zich op één lijn stelt met de bedrijfscultuur zal beter presteren dan talent dat dit niet doet.
  15. Toon moed: Leiderschap zonder moed (managerial courage) is een farce. Het gaat hier niet om arrogantie of bravoure, maar om echte moed. Het vereist moed om van de norm af te wijken, om de status quo uit te dagen, om nieuwe kansen te zoeken, om verliesgevende activiteiten los te snijden, om moeilijke beslissingen te nemen, om te luisteren in plaats van te praten, om je fouten toe te geven, om de fouten van anderen te vergeven, om niet toe te staan dat fouten je gedrevenheid verminderen, om het op te nemen voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen en om trouw te blijven aan je eigen kernwaarden. Niets van dit alles kun je doen zonder moed. Moed is de overtuigingskracht om het juiste te doen – juist als het makkelijker lijkt om alleen de dingen goed te doen.

De moraal van dit verhaal is dat leiders eerlijk behoren te zijn, dat zij aantoonbare successen hebben gerealiseerd en dat zij over uitmuntende communicatieve vaardigheden beschikken. Zij leggen de nadruk op degenen die zij leiden, zijn fluïde in hun benadering, zijn bijna laser gefocust en zijn gericht op actie. ROVOS Management kan je hierbij behulpzaam zijn.

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op een publicatie door Mike Myatt, CEO van N2Growth. Het bronmateriaal kan hier worden gevonden.

Nonleadership

Waarom willen we het hebben over nonleadership, ook wel aangeduid met vermijdende leiderschapsstijl? Niet alleen omdat wij al geruime tijd de symptomen ervan zien, maar tegenwoordig ook steeds vaker leiden, pardon: lijden onder de effecten ervan. Het vermijden van zijn verantwoordelijkheden als leidinggevende zien wij steeds vaker binnen de politiek optreden, maar ook in het bedrijfsleven en de wetenschap sluipt deze leiderschapsstijl er steeds vaker in. Beter begrijpen wat vermijdend leiderschap is, kan ons helpen om er zo snel mogelijk vanaf te komen.

CLS360Als uitgangspunt gebruik ik het hier eerder besproken leiderschap circumplex. Het menselijk interpersoonlijk gedrag bestaat uit vele tegenpolen en vertoont een cirkelvorm, geordend rond twee hoofdfactoren die worden weergegeven als twee assen. De verticale as betreft de oriëntatie op resultaat: boven helder resultaat, onder passief of geen resultaat. De horizontale as betreft de oriëntatie op de medewerkers: rechts middenin in de groep medewerkers; links afgewend van de medewerkers of conflictzoekend. Dit circumplex werd ontworpen door een aantal onderzoekers (Rouckhout & De Fruyt) naar leiderschap.

In wetenschappelijk onderzoek, verricht door o.a. Bass & Avolio (2000) wordt vaak naar de vermijdende leiderschapsstijlen verwezen in termen als passief leiderschap, laissez-faire of de passieve variant van management by exception. Bij deze laatste vorm grijpt een leider te laat in – zeker in de ogen van zijn medewerkers – op momenten dat de problemen al ernstig zijn.

Vermijdend LeiderschapIk volg in dit artikel een nieuwe visuele voorstelling op basis van de bevindingen van de Vrije Universiteit van Amsterdam (Redeker & De Vries, 2008) waarbij de vermijdende leiderschapsstijl wordt onderverdeeld in twee leiderschapsstijlen namelijk:

  • De teruggetrokken stijl
  • De wantrouwende stijl

De teruggetrokken stijl

Deze stijl wordt sterk gekenmerkt afwezigheid en besluiteloosheid – zowel persoonlijk al professioneel. Medewerkers komen al snel tot de conclusie dat de leidinggevende geen enkele ambitie en een gebrek aan interesse heeft. Vanzelfsprekend leidt deze stijl tot demotivatie van de medewerkers, die zich steeds meer verlaten en verloren voelen.

De volgende kernbegrippen horen bij de teruggetrokken stijl van “leidinggeven”:

  • Te lang laten oplopen van spanningen en problemen
  • Niet beschikbaar zijn: medewerkers aan hun lot overlaten
  • Uitdagingen uit de weg gaan
  • Te weinig tijd om “leiding te geven” aan zijn medewerkers.

De wantrouwende stijl

De leider die zich van deze stijl bedient, grijpt te laat in bij conflicten in de groep of bij operationele problemen. Deze leider is vaak wantrouwend jegens de motieven van medewerkers. De leider die deze stijl hanteert aarzelt en is onduidelijk over wat hij wil en de te volgen richting.

Bij de wantrouwende stijl van leidinggeven horen de volgende kernbegrippen:

  • Onduidelijke standpunten en verborgen bedoelingen
  • Snel en negatief beoordelen van anderen
  • Besluiteloos en angstig
  • Belangrijke informatie achterhouden.

Eén van de primaire verantwoordelijkheden van leiderschap is het creëren van meer en betere leiders. De grote management goeroe Peter Drucker zei: “There is no success without a successor”. Houdt dus het management potentieel binnen uw bedrijf goed in de gaten. Naast het vaststellen van zogenoemde DISC scores of het uitvoeren van een Circumplex Leadership Scan 360° (CLS360) is een gezonde waarneming en beoordeling van uw management potentiele medewerkers van even groot belang. In een volgend blog-artikel zal ik aandacht besteden aan een 15-tal symptomen die u als een early warning system mag gebruiken.

De snelste oplossing om van een vermijdend leider af te komen is onmiddellijke vervanging. Vervang deze nonleaders door gekwalificeerde vrouwen of gekwalificeerde mannen. Juist het toevoegen van competente vrouwen aan een tot dus ver hoofdzakelijk of uitsluitend mannelijk management team zal direct vruchten afwerpen.

Voor de goede orde: in sommige situaties kan vermijdend leiderschap goed uitpakken – mits goed en tijdig gecompenseerd door andere leiderschapsstijlen. We spreken dan over situationeel leiderschap. Oplettendheid van management en medewerkers én Raden van Toezicht of Commissarissen blijft echter van het grootste belang.

 

 

De Hij-voor-Zij campagne

Op zaterdag 20 september jl. gaf de Britse actrice en zogenoemde Goodwill Ambassador for UN Women, Emma Watson, een knappe, belangrijke en emotionele toespraak over gender ongelijkwaardigheid en hoe je daar tegen kunt vechten. Daarmee lanceerde zij de HeForShe campagne. Deze campagne beoogt mannen en jongens te mobiliseren voor de gelijke rechten en mogelijkheden van vrouwen. In Nederland wordt relatief weinig aandacht aan haar indrukwekkende toespraak gegeven. Daarom hieronder aandacht voor de Hij-voor-Zij campagne.

Want feminisme, zo hield Watson haar toehoorders in het VN-hoofdkwartier in New York City voor, heeft niets te maken met mannenhaat. Critici (vaak mannen) wijzen er maar al te graag op dat als het dan geen haat is, dan toch op zijn minst afgunst. “Is haar streven naar gendergelijkheid niet geboren uit afgunst? Als Emma Watson een man was geweest, dan had ze dat feministische pleidooi nooit gehouden!”

Dat zal allemaal best, maar het brengt de geloofwaardigheid van Watson’s argumenten niet in het geding. De praktijk blijkt wel weerbarstiger dan de theorie. Feminisme heeft een niet aantrekkelijke, niet comfortabele bijklank gekregen, verklaart Watson: “Vrouwen die zich sterk maken voor de vrouwelijke zaak worden vaak met argusogen beken.”

In haar toespraak benadrukte Emma Watson een heel belangrijk punt: “Teneinde gendergelijkheid te bereiken moeten schadelijke en destructieve stereotypen van en verwachtingen over mannelijkheid drastisch veranderen.”

Daarom de Hij-voor-Zij campagne. Feminisme bepleiten wordt voortaan mannenwerk. Ik doe mee!

Hier vind je de videobeelden van haar toespraak. Hieronder volgt het volledige transcript van haar 13-minuten durende toespraak (uiteraard in het Engels):

Today we are launching a campaign called for HeForShe. I am reaching out to you because we need your help. We want to end gender inequality, and to do this, we need everyone involved. This is the first campaign of its kind at the UN. We want to try to mobilize as many men and boys as possible to be advocates for change. And, we don’t just want to talk about it. We want to try and make sure that it’s tangible.

 

I was appointed as Goodwill Ambassador for UN Women six months ago. And, the more I spoke about feminism, the more I realized that fighting for women’s rights has too often become synonymous with man-hating. If there is one thing I know for certain, it is that this has to stop.

 

For the record, feminism by definition is the belief that men and women should have equal rights and opportunities. It is the theory of political, economic and social equality of the sexes.

 

I started questioning gender-based assumptions a long time ago. When I was 8, I was confused for being called bossy because I wanted to direct the plays that we would put on for our parents, but the boys were not. When at 14, I started to be sexualized by certain elements of the media. When at 15, my girlfriends started dropping out of sports teams because they didn’t want to appear muscly. When at 18, my male friends were unable to express their feelings.

 

I decided that I was a feminist, and this seemed uncomplicated to me. But my recent research has shown me that feminism has become an unpopular word. Women are choosing not to identify as feminists. Apparently, I’m among the ranks of women whose expressions are seen as too strong, too aggressive, isolating, and anti-men. Unattractive, even.

 

Why has the word become such an uncomfortable one? I am from Britain, and I think it is right I am paid the same as my male counterparts. I think it is right that I should be able to make decisions about my own body. I think it is right that women be involved on my behalf in the policies and decisions that will affect my life. I think it is right that socially, I am afforded the same respect as men.

 

But sadly, I can say that there is no one country in the world where all women can expect to see these rights. No country in the world can yet say that they achieved gender equality. These rights, I consider to be human rights, but I am one of the lucky ones.

 

My life is a sheer privilege because my parents didn’t love me less because I was born a daughter. My school did not limit me because I was a girl. My mentors didn’t assume that I would go less far because I might give birth to a child one day. These influences were the gender equality ambassadors that made me who I am today. They may not know it, but they are the inadvertent feminists that are changing the world today. We need more of those.

 

And if you still hate the word, it is not the word that is important. It’s the idea and the ambition behind it, because not all women have received the same rights I have. In fact, statistically, very few have.

 

In 1997, Hillary Clinton made a famous speech in Beijing about women’s rights. Sadly, many of the things that she wanted to change are still true today. But what stood out for me the most was that less than thirty percent of the audience were male. How can we effect change in the world when only half of it is invited or feel welcome to participate in the conversation?

 

Men, I would like to take this opportunity to extend your formal invitation. Gender equality is your issue, too. Because to date, I’ve seen my father’s role as a parent being valued less by society, despite my need of his presence as a child, as much as my mother’s. I’ve seen young men suffering from mental illness, unable to ask for help for fear it would make them less of a man. In fact, in the UK, suicide is the biggest killer of men between 20 to 49, eclipsing road accidents, cancer and coronary heart disease. I’ve seen men made fragile and insecure by a distorted sense of what constitutes male success. Men don’t have the benefits of equality, either.

 

We don’t often talk about men being imprisoned by gender stereotypes, but I can see that they are, and that when they are free, things will change for women as a natural consequence. If men don’t have to be aggressive in order to be accepted, women won’t feel compelled to be submissive. If men don’t have to control, women won’t have to be controlled.

 

Both men and women should feel free to be sensitive. Both men and women should feel free to be strong. It is time that we all perceive gender on a spectrum, instead of two sets of opposing ideals. If we stop defining each other by what we are not, and start defining ourselves by who

we are, we can all be freer, and this is what HeForShe is about. It’s about freedom.

 

I want men to take up this mantle so that their daughters, sisters, and mothers can be free from prejudice, but also so that their sons have permission to be vulnerable and human too, reclaim those parts of themselves they abandoned, and in doing so, be a more true and complete version of themselves.

 

You might be thinking, “Who is this Harry Potter girl, and what is she doing speaking at the UN?” And, it’s a really good question. I’ve been asking myself the same thing.

 

All I know is that I care about this problem, and I want to make it better. And, having seen what I’ve seen, and given the chance, I feel it is my responsibility to say something.

 

Statesman Edmund Burke said, “All that is needed for the forces of evil to triumph is for good men and women to do nothing.”

 

In my nervousness for this speech and in my moments of doubt, I told myself firmly, “If not me, who? If not now, when?” If you have similar doubts when opportunities are presented to you, I hope those words will be helpful. Because the reality is that if we do nothing, it will take seventy-five years, or for me to be nearly 100, before women can expect to be paid the same as men for the same work. 15.5 million girls will be married in the next 16 years as children. And at current rates, it won’t be until 2086 before all rural African girls can have a secondary education.

 

If you believe in equality, you might be one of those inadvertent feminists that I spoke of earlier, and for this, I applaud you. We are struggling for a uniting word, but the good news is, we have a uniting movement. It is called HeForShe. I invite you to step forward, to be seen and to ask yourself, “If not me, who? If not now, when?”

 

Thank you very, very much.

Wat is er mis met onze leiderschapsstijl?


Het hedendaagse leiderschap is nog steeds teveel gebaseerd op “command & control”. Deze leiderschapsstijl blijkt steeds meer een ernstige beperking te zijn op weg naar een meer creatieve, innovatieve en op samenwerking gebaseerde samenleving. Visie en inspiratie zijn de duidelijkste kenmerken van het gewenste leiderschap. Aan beide eigenschappen ontbreekt het de huidige, veelal mannelijke leiders. We weten dat het tijd kost om een visionaire en inspirerende leider te worden. Een extra reden dus om zo snel mogelijk gebruik te maken van het overvloedig voorhanden zijnde vrouwelijk talent.

Om kansen snel te herkennen en te benutten en evenzeer risico’s snel te herkennen en te verminderen, moeten ondernemingen, centrale en lokale overheden en de wetenschap (universiteiten en onderzoeksinstellingen) en hun besturen en directies vastgeroeste gedragsstijlen en overtuigingen loslaten. Dit zijn geen kleine veranderingen: het gaat hier om een majeure cultuuromslag. Deze verandering vereist betrokkenheid en focus van de leiding van deze organisaties.

Natuurlijk zal het op langere termijn lonen als de huidige – veelal mannelijke – leiding wordt gewezen en onderwezen op de meer inspirerende, coachende en participatieve aspecten van het leiderschap. Uit onderzoek blijkt dat er een groot verschil bestaat tussen het charisma waarover de leider zelf meent te beschikken en zoals dat wordt gepercipieerd door zijn medewerkers. Bewust wordt hier gekozen voor het bezittelijk voornaamwoord “zijn”. Charisma wordt hier gedefinieerd als de combinatie van inspirerend en coachend leiderschap. Uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke leiders door hun sterkere coachende én participatieve stijl van leidinggeven charismatischer worden gepercipieerd dan mannelijke leiders.

De snelste manier om de autocratische “command & control” stijl te doorbreken is dus het zo snel mogelijk benoemen van meer vrouwen op leidinggevende posities: van de eerste managementlaag tot en met de Directie of Raad van Bestuur. In een separate actie kunnen Raden van Commissarissen het aantal vrouwen in hun gremium zo spoedig mogelijk verder ophogen. Gezien de samenstelling van de huidige wereldpopulatie zou een fifty-fifty balans niet misstaan als korte termijn doelstelling.

“Waarom zouden we dit in hemelsnaam willen?” is de veel gestelde vraag, voornamelijk  door mannen. Het antwoord is even simpel als krachtig: uw onderneming, uw overheidsinstelling en uw wetenschappelijke instelling wordt er beter door! Dus u – ook u mijnheer – wordt er zelf beter door. Uit wetenschappelijke experimenten is al helder en duidelijk gebleken dat het toevoegen van vrouwen aan een (management) team betere en duurzamer besluiten ten gevolge heeft. Simpelweg omdat aangepast gedrag en houding tot betere en effectievere communicatie leidt. Vrouwen leggen verbanden en verbindingen tussen mensen en dingen die mannen niet eerder voor mogelijk hielden. Vrouwen zoeken samenwerking waar mannen eerder denken in termen van competitie en tegenwerking. Win-win dus!

Tot zover eigenlijk niets nieuws. De Wet Bestuur en Toezicht werd in 2013 zodanig aangepast dat per 1 januari 2016 tenminste 30% vrouwen in de Raden van Bestuur en Commissarissen van NVs en grote BVs zitting moeten hebben. Er staat niet bij vermeld hoe dat moet gebeuren en wat er gebeurt als dat doel niet over ruim 13 maanden wordt gerealiseerd.

Ik heb een programma ontwikkeld waarmee op korte termijn – binnen drie jaar – het doel van gender-balanced management teams binnen 70% van de Top-5000 ondernemingen in dit land kan worden gerealiseerd. Simpelweg door snel te inventariseren hoeveel vrouwen er nog ontbreken in de huidige management teams en dat te houden tegen het aantal getalenteerde vrouwen dat nu in het bedrijf werkzaam is. Het argument dat “zij er niet zijn” gaat anno 2014 niet langer op. Zij zijn er wel, maar moeten met “liefde en aandacht” worden benaderd voor leidinggevende posities. Vreneli Stadelmaier publiceerde onlangs niet voor niets haar boek “F**ck die onzekerheid”. Op zo’n typisch mannelijke vraag aan een vrouw als “Hé vrouw, is zo’n leidinggevende positie niets voor jou?” antwoorden vrijwel alle vrouwen: “Nee, nu even niet want…” en dan volgen redenen die met enige liefde en aandacht oplosbaar blijken te zijn.

Met de juiste management training en coaching kunnen vrouwen snel leren hoe zij de communicatie met mannen verder kunnen verbeteren; hetzelfde geldt voor de mannen jegens vrouwen. Vaak horen wij namelijk dat “wij elkaar gewoon niet begrijpen”. Training en coaching – zowel individueel als in teamverband lost deze uitdaging snel op. Besef wel dat veruit de meeste Management Development Programs (MDP) en MBAs zijn gebaseerd op het werk van mannelijke management goeroes. Noem ze maar op: Henri Mintzberg, Stephen Covey, David Norton, Tom Peters, Jim Collins, Gary Hamel en ga zo maar door. Ook deze “command & control” MDP en MBA programma’s vergen aanpassing alvorens vrouwen daar doorheen te halen. Anders raken zijn hun authenticiteit kwijt en daar gaat het ons juist om: de complementariteit tussen mannelijke mannen en vrouwelijke vrouwen. Dat levert betere bedrijfsresultaten op, een betere samenleving en een betere wereld.

Weten economen het dan echt niet meer?

Deze blog entry is misschien wel een antwoord op de wekelijkse NRC column van Marike Stelliga, econoom en NRC redacteur. Heel specifiek op haar column van zaterdag 15 november jl waarin zij als econoom op zoek is naar de NRC-lezer die haar tijdens de 5e Nacht van NRC op haar schouder tikte. Marike had haar lezers aanbevolen om niet langer naar die sombere economen te luisteren. In haar column licht ze toe dat het misschien verstandig is je beeld van hoe het economisch gaat nu meer te baseren op wat je zelf observeert dan op wat economen zeggen. Kijk naar je portemonnee, de baankansen van je kinderen, de waarde van je huis, de investeringszin van je baas enzovoorts.

Tja, ik ben zelf ook econoom. Ik heb mij de afgelopen jaren, maar zeker vanaf het begin van de crisis in 2008 enorm verbaasd over de eensgezindheid waarmee economen stug vasthielden aan een tweetal zaken die onze economie verder in het slob hebben geholpen. Ten eerste het begrotingstekort dat arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 3%. Ten tweede de staatsschuld die even arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 60% van het bbp (binnenlands bruto product). Deze zogenoemde begrotingsdiscipline werd vastgesteld in Maastricht in 1992 – het jaar dat ik afstudeerde in bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

IS-LM curveDe monetaristen hebben het al vrij lang voor het zeggen (Reagan/Thatcher in de ’80-jaren). Deze mannen (en soms een enkele vrouw) concentreren zich op de vraag en aanbod van geld als een primaire manier waarop economische activiteit kan worden geregeld. Inflatie treedt dan op als het aanbod van geld groter is dan de vraag. Monetaristen zijn op basis van hun uitleg van het IS-LM model per definitie  zeer bezorgd om de inflatoire toestand van een economie, eerder dan de versnelde groei. Zij plaatsen een stabiele, gestage groei van de rente, evenredig met de economische groei, in de plaats van een massa-expansie, zoals de Keynesianen die zagen (zonder renteverhogingen). En toch zien wij die economische groei helemaal niet gebeuren!

KeynesJohn Maynard Keynes is om twee redenen zeer interessant. Bijna 100 jaar geleden nam hij deel aan de vredesbesprekingen in Versailles na de nederlaag van Duitsland in 1918. Zeer teleurgesteld over de wraakzuchtige houding van de geallieerden tijdens de onderhandelingen over de herstelbetalingen door Duitsland en haar bondgenoten verliet hij de geallieerde delegatie en schreef zijn “The Economic Consequences of the Peace”. Tot op de dag van vandaag een zeer lezenswaardig boek. Als je beseft hoe “wraakzuchtig” noordwest Europa binnen de Europese Unie (Eurozone) heeft onderhandeld met Portugal, Italië, Griekenland (!) en Spanje dan zijn de parallellen bijna pijnlijk. Wat er na de Vrede van Versailles gebeurde is genoegzaam bekend: Duitsland werd op 13 juli 1931 failliet verklaard en de rest is historie.

De tweede reden betreft Keynes meesterwerk “The General Theory of Employment, Interest and Money” (1936). Dit boek werd met gejuich ontvangen door de ene groep economen en met evenveel enthousiasme door Friedrich Hayek cum suis (Oostenrijkse school) de grond ingeboord. Keynes onderbouwt in zijn meesterwerk zijn eerder gepubliceerde overtuiging dat landen zich op de stabiliteit van de binnenlandse prijzen moeten richten en dat deflatie als het even kan moet worden vermeden, zelfs als dit devaluatie van de munt zou betekenen. Groot-Brittannië had het grootste deel van de jaren twintig te lijden onder hoge werkloosheid. Dit verleidde Keynes er toe om devaluatie van het Britse pond aan te bevelen om zo de Britse export betaalbaarder te maken voor buitenlanders, waardoor de werkgelegenheid zou worden gestimuleerd. Vanaf 1924 pleitte hij  er ook dat de regering banen zou kunnen creëren door de uitgaven voor openbare werken te verhogen.

Wat heeft dat met onze huidige crisis te maken? Sedert 2008 geldt in Europa en dus ook in Nederland een zeer streng bezuinigingsregime (“austerity”). Door de financiële crisis stellen banken minder snel of helemaal geen kredieten meer beschikbaar; door de kredietcrisis bezuinigen ondernemingen; door de huizencrisis bezuinigen u en ik; en terwijl de overheid nu haar Keynesiaanse rol zou moeten oppakken en de economie zou moeten stimuleren, besluit zij ook te bezuinigen. We bezuinigen allemaal: wij lossen onze schulden af, wij potten geld op voor later (en vangen door nauwelijks rente voor) en wij stoppen met meer te consumeren dan het broodnodige levensonderhoud. De economie komt tot stilstand. Het rentewapen van onze monetaristische vrienden wordt ingezet om geld goedkoper te maken. Maar dat werkt niet, omdat de consument aflost en niet meer leent. En het bedrijfsleven investeert niet meer omdat de consument nu even consumindert.

Terwijl de geldkraan openstaat en de prijs van geld (=rente) nu vrijwel 0% bedraagt, komt de economie toch tot stilstand. Wat is hier mis? Sedert de ’80-jaren lijkt Keynesiaans denken te zijn weggezet als iets onoorbaars. Juist door de uitgaven voor openbare werken en diensten te verhogen kan de overheid op dit moment als enige economische partij ons land uit de huidige dodelijke bezuinigingsomhelzing bevrijden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de volgende duurzame projecten (deze lijst is geenszins beperkt en met enige fantasie is deze lijst makkelijk uit te breiden):

  • Duurzame verbetering van alle provinciale wegen (veiligheid)
  • Duurzame verbetering van de huidige hoofdverkeerswegen (verbetering, ecologisch)
  • Duurzame verbetering van het huidige open vervoer (bus, tram, metro, trein)
  • Duurzame verbetering van onze ecologische hoofdstructuur
  • Duurzaam investeren in onderwijs en opvoeding, incl. jeugdzorg
  • Duurzaam investeren in onze nationale energie (opwekking, grid, restafval)
  • Duurzaam verbeteren van de toegang tot de havens (verbreding sluizen bij IJmuiden en in de Afsluitdijk)
  • Duurzaam investeren in werkgelegenheid (bijv. insourcen van eerdere offshore outsourcing)
  • Duurzaam investeren in de zorgsector over de gehele breedte
  • Duurzaam verbeteren van onze dijkbewaking (rivieren en zee)
  • Duurzaam investeren in een nieuw geldsysteem (geld als ruilmiddel; afschaffing van rente).

Door deze grote werken morgen aan te besteden gaan bouwers weer bouwen, fabrieken weer draaien, bakkers weer bakken, arbeiders weer werken en consumenten gaan weer meer consumeren. De economie komt weer in beweging. Iets wat de Partij van de Arbeid sinds de ’90-jaren volstrekt is kwijtgeraakt en haar traditionele kiezers, onze werkloze arbeiders hebben dat inmiddels door

Het rentewapen lijkt op dit moment volledig “schietklaar” om het gevaar van ongebreidelde inflatie te beteugelen. Maar besef wel dat blindvaren op dit monetaire wapen onder die omstandigheden net zo misplaatst is als het over de afgelopen jaren bleek te zijn. Enige inflatie tot maximaal 4% lijkt overigens gunstig uit te werken op de huidige schuldenpositie en maakt tevens onze pensioenfondsen sterker. Een (stevige) verlaging van de koers van de Euro t.o.v. de US dollar zal ook zijn bijdrage aan onze exporteconomie leveren (technologische producten van ASML worden dan buitende Eurozone goedkoper). Ook het toerisme uit China en de VS levert een positieve bijdrage. Een kleine “bijdrage” aan de inflatie zullen we op de koop toenemen. Doordat we met zijn allen (veel) meer verdienen en meer consumeren, kan Piketty meteen worden benut door de belasting op inkomen te verlagen en die op vermogen te verhogen.

Tenslotte: verhoog de pensioenleeftijd niet te hoog (handhaaf bijvoorbeeld op 66 jaar zoals in de VS) en laat de keuzevrijheid om al of niet door te werken volledig in tact. Ook in die zin dat doorwerken goed wordt gefaciliteerd en dat niet het brood uit de mond van de jeugd wordt gestoten. Denk bijvoorbeeld aan Meester-Leerling constructies: oud helpt jong. En vergeet niet om meer ruimte te geven aan vrouwen op leidinggevende posities in het bedrijfsleven, in de politiek en in de wetenschap zodat onze besluiten en resultaten beter, duurzamer en vreedzamer zullen worden!

Deze aanpak kan morgen starten. Er zijn genoeg sombere economen die kunnen helpen bij het in de hand houden van eventuele uitwassen zoals die alom gevreesde inflatie. Misschien goed om te weten dat toen wij ons huis kochten in 1975 zowel de inflatie als de hypotheekrente ruim 10% bedroegen (de hypotheekrente zou in 1981 nog oplopen naar 12,5%). Dat hebben we ook overleefd!

Intuïtie: wat was dat ook al weer?

images (1)Intuïtie wordt vaak uitgelegd als “iets aanvoelen zonder er over na te denken”. Andere definities wijzen op een vorm van begrijpen die niet op redenering, ervaring of weten is gebaseerd; inzicht zonder nadenken; of een instinctief gevoel. Myers en Briggs noemen dat Intuition (N) en Feeling (F) in hun bekende type indicatoren. Vooral die laatste combinatie zien we dan terug in types als gevers, bezielers, beschermers en idealisten. Geen slechte verzameling, toch?

In de psychologie wordt intuïtie omschreven als impliciete ingevingen als gevolg van bepaalde gedachtegangen en waarnemingen. Het betreft zelfs de ruimte tussen twee gedachten, zegt Carolina Bont, auteur van ‘Hoogsensitiviteit als kracht’. Dit staat tegenover het bewuste of expliciete kennen en waarnemen. In de filosofie wordt met intuïtie kennis aangeduid die niet uit eerder vergaarde kennis kan worden afgeleid. Het woord intuïtie is afkomstig uit het latijn en betekent letterlijk: “innerlijk zien”.

Als iemand zijn intuïtie volgt om een keuze te maken, maakt hij/zij doorgaans geen doordachte keuze, maar een keuze die gebaseerd is op een gevoel dat moeilijk te verklaren valt. Intuïtieve ingevingen kunnen de mens helpen om in complexe situaties een beslissing te nemen omdat er in mindere mate een beroep wordt gedaan op onze hersencapaciteit. Bij het nemen van moeilijke beslissingen kunnen het gevoel en de signalen van ons lichaam die door dit gevoel worden opgeroepen helpen om de ‘knoop door te hakken’.

Intuïties kunnen berusten op inzichten die via ervaring zijn verkregen. In deze zin hebben zij een nuttige functie in het sturen van ons gedrag in complexe situaties of bij complexe vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan het besturen van een motorvoertuig of sportvliegtuig. Intuïtieve ingevingen leiden echter niet altijd tot juist beslissingen. Dit geldt in het bijzonder voor ingevingen waarbij het gevoel overheerst. Zo kan impulsief gedrag bijvoorbeeld leiden tot verkeerde keuzes of beslissingen, omdat men niet alle aspecten van een situatie heeft doordacht.

Intuïtie kan ook een rol spelen bij ons geheugen. Men spreekt dan van impliciet geheugen. Soms denken mensen zeker te weten dat zij iets of iemand eerder hebben gezien of dat zij iets hebben meegemaakt. Deze herinneringen blijken echter niet altijd met de realiteit overeen te stemmen. Dit verschijnsel kan onder andere leiden tot onbetrouwbare getuigenverklaringen.

Carl Gustav Jung, de psychoanalist uit de 20ste eeuw, had een psychologische theorie opgezet waarin ons brein op twee verschillende manier werkt:

  1. Een rationele of beoordelende werking: Thinking (T) of Feeling (F)
  2. Een irrationele of beschouwende werking: Sensing (S) of Intuition (N)

images (3)Volgens Jung worden deze beide functies vervolgens geuit op twee verschillende manieren: een Introverte (I) of een Extraverte (E) manier. Op deze theorie zijn Katharine Cook Briggs en haar dochter Isabel Briggs Myers verder gegaan in hun ontwikkeling van 16 Myers-Briggs Type Indicators (MBTI). Zij voegden daartoe een vierde dimensie toe waarin de voorkeur van de betrokken persoon naar voren komt in het paar Judging (J) of Perceiving (P). Voorbeeld: ENFJ, de leraar of de zoetgevooisde overtuiger, die intuitie en gevoel (feeling) op een extraverte manier uit en daarbij graag zijn/haar oordeel (judging) geeft.

MBTI is een veel gebruikte methodiek – erg populair bij HR – om bijvoorbeeld bij teambuilding de verschillende persoonlijkheden binnen een team te kunnen beschrijven. Op basis hiervan kunnen binnen het team afspraken over de manier van samenwerking gemaakt worden.

EinsteinIntuitionSacredGift1Het volgen van intuïtieve ingevingen is een onbewust proces dat gecorrigeerd kan worden door rationeel denken. Als iets niet goed voelt, dan is het zinvol om de business case nog eens na te rekenen. Als de signalen van je lichaam “onrust” veroorzaken, dan is het misschien beter om deze baan niet te aanvaarden. Luister dus wel degelijk naar je gevoel, maar laat je verstand uitzoeken waarom het niet goed voelt. Vaak ontdek je dan gewoon fouten, verkeerde aannames, te positieve verwachtingen, te laag ingeschatte risico’s enzovoorts. Je gevoel heeft je dan voor een ernstig falen behoed.

Omdat er noch totaal inzicht bestaat over de registratie van onze zintuiglijke waarneming noch over het totaal van cognities en opgedane ervaringen, kunnen niet alle impliciete ingevingen van onze hersenen worden verklaard. Mede daardoor is het vrijwel onmogelijk om te stellen dat intuïtie altijd klopt. Het lijkt wel aannemelijk dat de intuïtie van de oudere, meer ontwikkelde, meer ervaren of meer belezen  mens minder fouten maakt. Praat er nog eens over en neem dan een goed besluit.

 

Is Management Training verspilling van geld en tijd?

U kent het wel: u heeft net uw beste professional benoemd tot manager;  bij voorkeur van de afdeling waar zij – ik steek mijn voorkeur voor vrouwelijke leidinggevenden niet onder stoelen of banken – eerder deel vanuit maakte. En dan hoor je soms de verzuchting: “We zijn een uitmuntende professional armer en een slechte manager rijker.”

Management is een vak. Leidinggeven is een vak. De een doet dat beter dan de ander. De een is een natuurtalent, de ander moet cursussen en trainingen volgen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat opleiden loont – voor werknemer én werkgever.

Een goed beginpunt is het leren kennen van de fundamenten van het vak Management. Om die reden beveel ik altijd aan om eerst een goed boek op dit gebied te lezen, bijvoorbeeld  “The First-Time Manager” van Loren Belker en Gary Topchik. Dit boek behandelt alle aspecten van het management vak. Vervolgens is het goed om zo snel mogelijk een driedaagse management training te volgen zoals die in dit land volop worden aangeboden door o.m. Business School Nederland (BSN), IBO Business School, Avans+ opleidingen en andere bekende vaderlandse management training instituten.

Management opleidingen die voornamelijk bestaan uit lezingen (hoorcolleges) zullen overigens verschuiven naar het online kanaal. De kwaliteit van online management trainingen steekt nog wat mager af tegen de hiervoorgenoemde opleidingen, maar deze ontwikkeling is gezien de vele voordelen niet meer te stuiten.  MBA programma’s aan Nyenrode, Twente School of Management (TSM), Rotterdam School of Management (RSM) of TiasNimbas zijn natuurlijk erg gewild én kostbaar. Helaas blijken deelnemers slechts 10% te onthouden van wat ze in de klas of online hebben geleerd.

Organisaties die over eigen management development programma’s beschikken hebben natuurlijk het grote voordeel dat zij hun managers kunnen “vormen” naar de gewenste cultuur van de eigen organisatie. Gewenste waarden, normen en zakelijke gedragsregels kunnen nadrukkelijk worden meegenomen in zo’n opleidingsprogramma. Dergelijke programma’s worden wel populair aangeduid met “blauw spuiten” of elke andere gewenste company color.

Toch wees McKinsey&Company eerder dit jaar op vier belangrijke manco’s in de meeste management development programma’s:

  1. Voorbijgaan aan ‘context’
  2. Reflectie loskoppelen van werkelijk werk
  3. Onderschatten van mentaliteit
  4. Falen bij het meten van de resultaten

Voorbijgaan aan ‘context’

Een briljante leider in een gegeven situatie hoeft niet per definitie te excelleren in een andere situatie. Vergelijk bondscoach Louis van Gaal tijdens het WK 2014 met de clubcoach Louis van Gaal bij Manchester United. Te veel management trainingen berusten op het principe dat ‘one size fits all’. Stel daarom de eenvoudige vraag: “Waar is deze management training precies voor bedoeld?”. Als het gaat om het ondersteunen van een op acquisitie gebaseerde groeistrategie, dan gaat het om de vorming van managers die boordevol ideeën zitten en die in staat zijn om winstrategieën te ontwikkelen voor het binnenhalen van nieuwe klanten. Focus op twee of drie kerncompetenties in plaats van lange lijsten met competenties en ‘corporate values’.

Reflectie loskoppelen van werkelijk werk

Management development programma’s vragen vaak aan de manager-in-spé om zijn werk even los te laten en in de schoolbanken (on-site of off-site) plaats te nemen voor reflectie. De directe relatie met het werk is dan meteen zoek. De aanbeveling is even duidelijk als uitdagend: verbindt management training aan realistische on-the-job projecten die business impact hebben en het leereffect vergroten. Vaak werkt het beter door belangrijke business projecten tevens te zien als management training kansen en op die wijze management training te integreren in deze projecten.

Onderschatten van mentaliteit

Om een doelmatige manager te worden is vaak een verandering in gedrag en houding noodzakelijk. Communicatie en gedragsstijlen worden doorgaans als uitdaging (h)erkend. Deze uiterlijke persoonseigenschappen worden gedragen door dieper liggende innerlijke ‘eigenschappen’. Bewustwording van de eigen competenties, van de eigen waarden en normen en van ‘wie ben ik en wat wil ik eigenlijk?’ behoren onlosmakelijk tot de kritische succesfactoren voor de succesvolle en doelmatige manager en leider. Zowel de deelnemers als de programma trainers, de mentoren en de ‘bazen’ zijn vaak zeer terughoudend om dieper onder de huid te gaan. Zo klinkt bijvoorbeeld het aan de man brengen van deugden als delegeren en ‘empowerment’ als een goede zaak, maar dat gaat er niet in bij managers die een ‘controlling’ mentaliteit hebben. Hoewel sommige persoonseigenschappen wat lastiger zijn te veranderen (bijv. introversie versus extraversie) kunnen mensen wel degelijk hun manier om naar de wereld en hun eigen waarden te kijken veranderen met behulp van goede training én coaching.

Falen bij het meten van resultaten

Management trainers willen nog wel eens hun deelnemers gezellig bezig houden met interessante dingen in plaats van hen – soms hard – te confronteren met zichzelf. Veel verder dan het verplichte evaluatieformulier na afloop van de training komt het veelal niet. Onze benadering is gebaseerd op een zgn. Circumplex Leadership Scan 360° (CLS360) aan het begin van het programma gevolgd door een tweede CLS360 zes tot 12 maanden na afloop van het programma. In het kader van de gewenste transparantie kan het zeer effectief zijn als de directie meedoet en haar eigen CLS360 resultaten publiceert binnen de eigen organisatie.

ROVOS Management Training vindt in-house plaats en houdt zeer terdege rekening met de hiervoor door McKinsey&Company genoemde tekortkomingen. Vooraf aan de uitvoering van de training vindt een grondige intake plaats met de directie om gewenste houding & gedrag, kerncompetenties en kernwaarden boven water te krijgen. De genoemde CLS360 maakt deel uit van de complete management training. Omdat diversiteit in management teams een aantoonbare positieve bijdrage levert aan de bedrijfsresultaten, wordt door ROVOS Management Training bijzondere aandacht gegeven aan vrouwen op leidinggevende posities.

Neem vrijblijvend contact op met de heer Robert Vos, onze gepassioneerde management trainer, coach & counselor via (06) 53377126 of robert.vos@rovos.nl

Mijn elevator pitch – deel 3 van 3

Ook wel mijn profiel, zo je wilt. Mijn profiel bestaat uit drie zinnen:

Ik ben …
Ik geloof sterk in c.q. ik ben overtuigd van …
Ik ben erg goed in …

Deze blog entry behandelt de derde en laatste zin: Waar ben ik erg goed in? De eerste zin werd hier behandeld en de tweede zin hier.

Competenties vertegenwoordigen jouw vermogen om iets te kunnen. Je persoonlijke competenties kunnen bijvoorbeeld als volgt worden weergegeven:

Ik ben erg goed in …
… het opbouwen en onderhouden van een rijk sociaal netwerk (‘netwerker’)
… spelen (‘homo ludens’)
… optimistisch denken (‘optimist’)
… het baas zijn over mijn emoties
… emotionele communicatievaardigheid
… loslaten
… genieten van het mooie (‘estheticus’)
… zorgen voor mijn lichaam
… het in elkaar zetten van een IKEA kast (zonder handleiding).

Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen – zelfs ook van afdelingen of organisaties – om in voorkomende situaties op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen. Dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken.

Een competentielijst als hieronder wordt ook vaak gebruikt om medewerkers binnen de organisatie te omschrijven, analyseren of positioneren. Zo worden ze vaak gebruikt in beoordelings- en functioneringsgesprekken. Ook bij het zoeken naar een baan wordt natuurlijk naast expliciete kennis en vaardigheden ook gevraagd naar jouw professionele competenties. Hier is de lijst:

Aanpassingsvermogen Klantgerichtheid Prestatiemotivatie
Adaptief denken Kwaliteitsgerichtheid Prioritering
Ambitie Leidinggeven (groep) Probleemanalyse
Anticiperen Leidinggeven (individueel) Rekenkundig denken
Beheersing operaties Lerende oriëntatie Resultaatgerichtheid
Besluitvaardigheid Loyaliteit Samenbindend leiderschap
Bestuur sensitiviteit Luisteren Samenwerken
Betekenis geven Managementidentificatie Schriftelijke vaardigheid
Betrokkenheid Mondelinge presentatie Snel schakelen
Coachen Mondelinge vaardigheid Sociabiliteit
Cognitief management Motiveren Sociale intelligentie
Communiceren Multicultureel bewustzijn Stressbestendigheid
Conceptueel denken Netwerkvaardigheid Taakgericht aansturen
Contracteren Nieuwe media geletterdheid Timemanagement
Creativiteit Omgang met details Toewijding
Cross-culturele competentie Omgevingsbewustzijn Transdisciplinariteit
Delegeren Onafhankelijkheid Vasthoudendheid
Discipline Onderhandelen Verandervermogen
Doelgericht besturen Ondernemerschap Verantwoordelijkheid
Durf Ontwerpmentaliteit Virtuele samenwerking
Empathie Ontwikkelen medewerkers Visie ontwikkelen
Energie Oordeelsvorming Visie uitdragen
Flexibel gedrag Opdrachtgever schap Voortgang bewaken
Groepsgericht aansturen Optreden Zelfbeheersing
Individugericht aansturen Organisatiegericht aansturen Zelfinzicht
Informatieanalyse Organisatiesensitiviteit Zelfontwikkeling
Initiatief nemen Organiseren Zelfvertrouwen
Integriteit Overtuigingskracht
Interpersoonlijke sensitiviteit Plannen

Het is belangrijk om te benadrukken dat een score op een bepaalde competentie niet onveranderlijk is. Competenties kunnen veranderen en verbeteren door doelgerichte training of puur door bewustzijn.

Ook de nadruk op specifieke competenties zijn plaats, tijd en functie gebonden. Anno nu wordt vaak de nadruk gelegd op initiatief nemen, gestructureerd werken, succesvol (samen-)werken en resultaatgericht werken.

Voorbeeld

Ik ben erg goed in plannen, organiseren en delegeren waardoor ik in staat ben om volledige verantwoordelijkheid te nemen voor genomen besluiten op de werkvloer.

Mijn voorbeeld

Ik ben ambitieus, energiek en vastbesloten om nieuwe business te initiëren en verder te ontwikkelen; vastbesloten om doelstellingen te realiseren en om samen doelen te bereiken; ik ben goed in het verbinden van mensen, het geven van steun en het leveren van klinkende resultaten.

Zo, hier staat mijn ‘Ik ben erg goed in …’ regel. Ik heb daar best een tijdje over nagedacht. Er zijn verschillende versies geweest, die ik heb afgestemd met mijn vrouw, mijn vrienden, kennissen en zakenrelaties om mij heen. Ik mocht het hier mee doen. En ik gá het daar de komende jaren mee doen. Daar ben ik erg goed in!

En waar ben jij goed in?

Je hebt nu in drie zinnen een krachtig en duidelijk profiel opgesteld. Neem het op als summary in je LinkedIn profiel en gebruik het als ‘elevator pitch‘. Veel succes!