Maandelijks archief: november 2014

Wat is er mis met onze leiderschapsstijl?


Het hedendaagse leiderschap is nog steeds teveel gebaseerd op “command & control”. Deze leiderschapsstijl blijkt steeds meer een ernstige beperking te zijn op weg naar een meer creatieve, innovatieve en op samenwerking gebaseerde samenleving. Visie en inspiratie zijn de duidelijkste kenmerken van het gewenste leiderschap. Aan beide eigenschappen ontbreekt het de huidige, veelal mannelijke leiders. We weten dat het tijd kost om een visionaire en inspirerende leider te worden. Een extra reden dus om zo snel mogelijk gebruik te maken van het overvloedig voorhanden zijnde vrouwelijk talent.

Om kansen snel te herkennen en te benutten en evenzeer risico’s snel te herkennen en te verminderen, moeten ondernemingen, centrale en lokale overheden en de wetenschap (universiteiten en onderzoeksinstellingen) en hun besturen en directies vastgeroeste gedragsstijlen en overtuigingen loslaten. Dit zijn geen kleine veranderingen: het gaat hier om een majeure cultuuromslag. Deze verandering vereist betrokkenheid en focus van de leiding van deze organisaties.

Natuurlijk zal het op langere termijn lonen als de huidige – veelal mannelijke – leiding wordt gewezen en onderwezen op de meer inspirerende, coachende en participatieve aspecten van het leiderschap. Uit onderzoek blijkt dat er een groot verschil bestaat tussen het charisma waarover de leider zelf meent te beschikken en zoals dat wordt gepercipieerd door zijn medewerkers. Bewust wordt hier gekozen voor het bezittelijk voornaamwoord “zijn”. Charisma wordt hier gedefinieerd als de combinatie van inspirerend en coachend leiderschap. Uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke leiders door hun sterkere coachende én participatieve stijl van leidinggeven charismatischer worden gepercipieerd dan mannelijke leiders.

De snelste manier om de autocratische “command & control” stijl te doorbreken is dus het zo snel mogelijk benoemen van meer vrouwen op leidinggevende posities: van de eerste managementlaag tot en met de Directie of Raad van Bestuur. In een separate actie kunnen Raden van Commissarissen het aantal vrouwen in hun gremium zo spoedig mogelijk verder ophogen. Gezien de samenstelling van de huidige wereldpopulatie zou een fifty-fifty balans niet misstaan als korte termijn doelstelling.

“Waarom zouden we dit in hemelsnaam willen?” is de veel gestelde vraag, voornamelijk  door mannen. Het antwoord is even simpel als krachtig: uw onderneming, uw overheidsinstelling en uw wetenschappelijke instelling wordt er beter door! Dus u – ook u mijnheer – wordt er zelf beter door. Uit wetenschappelijke experimenten is al helder en duidelijk gebleken dat het toevoegen van vrouwen aan een (management) team betere en duurzamer besluiten ten gevolge heeft. Simpelweg omdat aangepast gedrag en houding tot betere en effectievere communicatie leidt. Vrouwen leggen verbanden en verbindingen tussen mensen en dingen die mannen niet eerder voor mogelijk hielden. Vrouwen zoeken samenwerking waar mannen eerder denken in termen van competitie en tegenwerking. Win-win dus!

Tot zover eigenlijk niets nieuws. De Wet Bestuur en Toezicht werd in 2013 zodanig aangepast dat per 1 januari 2016 tenminste 30% vrouwen in de Raden van Bestuur en Commissarissen van NVs en grote BVs zitting moeten hebben. Er staat niet bij vermeld hoe dat moet gebeuren en wat er gebeurt als dat doel niet over ruim 13 maanden wordt gerealiseerd.

Ik heb een programma ontwikkeld waarmee op korte termijn – binnen drie jaar – het doel van gender-balanced management teams binnen 70% van de Top-5000 ondernemingen in dit land kan worden gerealiseerd. Simpelweg door snel te inventariseren hoeveel vrouwen er nog ontbreken in de huidige management teams en dat te houden tegen het aantal getalenteerde vrouwen dat nu in het bedrijf werkzaam is. Het argument dat “zij er niet zijn” gaat anno 2014 niet langer op. Zij zijn er wel, maar moeten met “liefde en aandacht” worden benaderd voor leidinggevende posities. Vreneli Stadelmaier publiceerde onlangs niet voor niets haar boek “F**ck die onzekerheid”. Op zo’n typisch mannelijke vraag aan een vrouw als “Hé vrouw, is zo’n leidinggevende positie niets voor jou?” antwoorden vrijwel alle vrouwen: “Nee, nu even niet want…” en dan volgen redenen die met enige liefde en aandacht oplosbaar blijken te zijn.

Met de juiste management training en coaching kunnen vrouwen snel leren hoe zij de communicatie met mannen verder kunnen verbeteren; hetzelfde geldt voor de mannen jegens vrouwen. Vaak horen wij namelijk dat “wij elkaar gewoon niet begrijpen”. Training en coaching – zowel individueel als in teamverband lost deze uitdaging snel op. Besef wel dat veruit de meeste Management Development Programs (MDP) en MBAs zijn gebaseerd op het werk van mannelijke management goeroes. Noem ze maar op: Henri Mintzberg, Stephen Covey, David Norton, Tom Peters, Jim Collins, Gary Hamel en ga zo maar door. Ook deze “command & control” MDP en MBA programma’s vergen aanpassing alvorens vrouwen daar doorheen te halen. Anders raken zijn hun authenticiteit kwijt en daar gaat het ons juist om: de complementariteit tussen mannelijke mannen en vrouwelijke vrouwen. Dat levert betere bedrijfsresultaten op, een betere samenleving en een betere wereld.

Weten economen het dan echt niet meer?

Deze blog entry is misschien wel een antwoord op de wekelijkse NRC column van Marike Stelliga, econoom en NRC redacteur. Heel specifiek op haar column van zaterdag 15 november jl waarin zij als econoom op zoek is naar de NRC-lezer die haar tijdens de 5e Nacht van NRC op haar schouder tikte. Marike had haar lezers aanbevolen om niet langer naar die sombere economen te luisteren. In haar column licht ze toe dat het misschien verstandig is je beeld van hoe het economisch gaat nu meer te baseren op wat je zelf observeert dan op wat economen zeggen. Kijk naar je portemonnee, de baankansen van je kinderen, de waarde van je huis, de investeringszin van je baas enzovoorts.

Tja, ik ben zelf ook econoom. Ik heb mij de afgelopen jaren, maar zeker vanaf het begin van de crisis in 2008 enorm verbaasd over de eensgezindheid waarmee economen stug vasthielden aan een tweetal zaken die onze economie verder in het slob hebben geholpen. Ten eerste het begrotingstekort dat arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 3%. Ten tweede de staatsschuld die even arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 60% van het bbp (binnenlands bruto product). Deze zogenoemde begrotingsdiscipline werd vastgesteld in Maastricht in 1992 – het jaar dat ik afstudeerde in bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

IS-LM curveDe monetaristen hebben het al vrij lang voor het zeggen (Reagan/Thatcher in de ’80-jaren). Deze mannen (en soms een enkele vrouw) concentreren zich op de vraag en aanbod van geld als een primaire manier waarop economische activiteit kan worden geregeld. Inflatie treedt dan op als het aanbod van geld groter is dan de vraag. Monetaristen zijn op basis van hun uitleg van het IS-LM model per definitie  zeer bezorgd om de inflatoire toestand van een economie, eerder dan de versnelde groei. Zij plaatsen een stabiele, gestage groei van de rente, evenredig met de economische groei, in de plaats van een massa-expansie, zoals de Keynesianen die zagen (zonder renteverhogingen). En toch zien wij die economische groei helemaal niet gebeuren!

KeynesJohn Maynard Keynes is om twee redenen zeer interessant. Bijna 100 jaar geleden nam hij deel aan de vredesbesprekingen in Versailles na de nederlaag van Duitsland in 1918. Zeer teleurgesteld over de wraakzuchtige houding van de geallieerden tijdens de onderhandelingen over de herstelbetalingen door Duitsland en haar bondgenoten verliet hij de geallieerde delegatie en schreef zijn “The Economic Consequences of the Peace”. Tot op de dag van vandaag een zeer lezenswaardig boek. Als je beseft hoe “wraakzuchtig” noordwest Europa binnen de Europese Unie (Eurozone) heeft onderhandeld met Portugal, Italië, Griekenland (!) en Spanje dan zijn de parallellen bijna pijnlijk. Wat er na de Vrede van Versailles gebeurde is genoegzaam bekend: Duitsland werd op 13 juli 1931 failliet verklaard en de rest is historie.

De tweede reden betreft Keynes meesterwerk “The General Theory of Employment, Interest and Money” (1936). Dit boek werd met gejuich ontvangen door de ene groep economen en met evenveel enthousiasme door Friedrich Hayek cum suis (Oostenrijkse school) de grond ingeboord. Keynes onderbouwt in zijn meesterwerk zijn eerder gepubliceerde overtuiging dat landen zich op de stabiliteit van de binnenlandse prijzen moeten richten en dat deflatie als het even kan moet worden vermeden, zelfs als dit devaluatie van de munt zou betekenen. Groot-Brittannië had het grootste deel van de jaren twintig te lijden onder hoge werkloosheid. Dit verleidde Keynes er toe om devaluatie van het Britse pond aan te bevelen om zo de Britse export betaalbaarder te maken voor buitenlanders, waardoor de werkgelegenheid zou worden gestimuleerd. Vanaf 1924 pleitte hij  er ook dat de regering banen zou kunnen creëren door de uitgaven voor openbare werken te verhogen.

Wat heeft dat met onze huidige crisis te maken? Sedert 2008 geldt in Europa en dus ook in Nederland een zeer streng bezuinigingsregime (“austerity”). Door de financiële crisis stellen banken minder snel of helemaal geen kredieten meer beschikbaar; door de kredietcrisis bezuinigen ondernemingen; door de huizencrisis bezuinigen u en ik; en terwijl de overheid nu haar Keynesiaanse rol zou moeten oppakken en de economie zou moeten stimuleren, besluit zij ook te bezuinigen. We bezuinigen allemaal: wij lossen onze schulden af, wij potten geld op voor later (en vangen door nauwelijks rente voor) en wij stoppen met meer te consumeren dan het broodnodige levensonderhoud. De economie komt tot stilstand. Het rentewapen van onze monetaristische vrienden wordt ingezet om geld goedkoper te maken. Maar dat werkt niet, omdat de consument aflost en niet meer leent. En het bedrijfsleven investeert niet meer omdat de consument nu even consumindert.

Terwijl de geldkraan openstaat en de prijs van geld (=rente) nu vrijwel 0% bedraagt, komt de economie toch tot stilstand. Wat is hier mis? Sedert de ’80-jaren lijkt Keynesiaans denken te zijn weggezet als iets onoorbaars. Juist door de uitgaven voor openbare werken en diensten te verhogen kan de overheid op dit moment als enige economische partij ons land uit de huidige dodelijke bezuinigingsomhelzing bevrijden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de volgende duurzame projecten (deze lijst is geenszins beperkt en met enige fantasie is deze lijst makkelijk uit te breiden):

  • Duurzame verbetering van alle provinciale wegen (veiligheid)
  • Duurzame verbetering van de huidige hoofdverkeerswegen (verbetering, ecologisch)
  • Duurzame verbetering van het huidige open vervoer (bus, tram, metro, trein)
  • Duurzame verbetering van onze ecologische hoofdstructuur
  • Duurzaam investeren in onderwijs en opvoeding, incl. jeugdzorg
  • Duurzaam investeren in onze nationale energie (opwekking, grid, restafval)
  • Duurzaam verbeteren van de toegang tot de havens (verbreding sluizen bij IJmuiden en in de Afsluitdijk)
  • Duurzaam investeren in werkgelegenheid (bijv. insourcen van eerdere offshore outsourcing)
  • Duurzaam investeren in de zorgsector over de gehele breedte
  • Duurzaam verbeteren van onze dijkbewaking (rivieren en zee)
  • Duurzaam investeren in een nieuw geldsysteem (geld als ruilmiddel; afschaffing van rente).

Door deze grote werken morgen aan te besteden gaan bouwers weer bouwen, fabrieken weer draaien, bakkers weer bakken, arbeiders weer werken en consumenten gaan weer meer consumeren. De economie komt weer in beweging. Iets wat de Partij van de Arbeid sinds de ’90-jaren volstrekt is kwijtgeraakt en haar traditionele kiezers, onze werkloze arbeiders hebben dat inmiddels door

Het rentewapen lijkt op dit moment volledig “schietklaar” om het gevaar van ongebreidelde inflatie te beteugelen. Maar besef wel dat blindvaren op dit monetaire wapen onder die omstandigheden net zo misplaatst is als het over de afgelopen jaren bleek te zijn. Enige inflatie tot maximaal 4% lijkt overigens gunstig uit te werken op de huidige schuldenpositie en maakt tevens onze pensioenfondsen sterker. Een (stevige) verlaging van de koers van de Euro t.o.v. de US dollar zal ook zijn bijdrage aan onze exporteconomie leveren (technologische producten van ASML worden dan buitende Eurozone goedkoper). Ook het toerisme uit China en de VS levert een positieve bijdrage. Een kleine “bijdrage” aan de inflatie zullen we op de koop toenemen. Doordat we met zijn allen (veel) meer verdienen en meer consumeren, kan Piketty meteen worden benut door de belasting op inkomen te verlagen en die op vermogen te verhogen.

Tenslotte: verhoog de pensioenleeftijd niet te hoog (handhaaf bijvoorbeeld op 66 jaar zoals in de VS) en laat de keuzevrijheid om al of niet door te werken volledig in tact. Ook in die zin dat doorwerken goed wordt gefaciliteerd en dat niet het brood uit de mond van de jeugd wordt gestoten. Denk bijvoorbeeld aan Meester-Leerling constructies: oud helpt jong. En vergeet niet om meer ruimte te geven aan vrouwen op leidinggevende posities in het bedrijfsleven, in de politiek en in de wetenschap zodat onze besluiten en resultaten beter, duurzamer en vreedzamer zullen worden!

Deze aanpak kan morgen starten. Er zijn genoeg sombere economen die kunnen helpen bij het in de hand houden van eventuele uitwassen zoals die alom gevreesde inflatie. Misschien goed om te weten dat toen wij ons huis kochten in 1975 zowel de inflatie als de hypotheekrente ruim 10% bedroegen (de hypotheekrente zou in 1981 nog oplopen naar 12,5%). Dat hebben we ook overleefd!

Intuïtie: wat was dat ook al weer?

images (1)Intuïtie wordt vaak uitgelegd als “iets aanvoelen zonder er over na te denken”. Andere definities wijzen op een vorm van begrijpen die niet op redenering, ervaring of weten is gebaseerd; inzicht zonder nadenken; of een instinctief gevoel. Myers en Briggs noemen dat Intuition (N) en Feeling (F) in hun bekende type indicatoren. Vooral die laatste combinatie zien we dan terug in types als gevers, bezielers, beschermers en idealisten. Geen slechte verzameling, toch?

In de psychologie wordt intuïtie omschreven als impliciete ingevingen als gevolg van bepaalde gedachtegangen en waarnemingen. Het betreft zelfs de ruimte tussen twee gedachten, zegt Carolina Bont, auteur van ‘Hoogsensitiviteit als kracht’. Dit staat tegenover het bewuste of expliciete kennen en waarnemen. In de filosofie wordt met intuïtie kennis aangeduid die niet uit eerder vergaarde kennis kan worden afgeleid. Het woord intuïtie is afkomstig uit het latijn en betekent letterlijk: “innerlijk zien”.

Als iemand zijn intuïtie volgt om een keuze te maken, maakt hij/zij doorgaans geen doordachte keuze, maar een keuze die gebaseerd is op een gevoel dat moeilijk te verklaren valt. Intuïtieve ingevingen kunnen de mens helpen om in complexe situaties een beslissing te nemen omdat er in mindere mate een beroep wordt gedaan op onze hersencapaciteit. Bij het nemen van moeilijke beslissingen kunnen het gevoel en de signalen van ons lichaam die door dit gevoel worden opgeroepen helpen om de ‘knoop door te hakken’.

Intuïties kunnen berusten op inzichten die via ervaring zijn verkregen. In deze zin hebben zij een nuttige functie in het sturen van ons gedrag in complexe situaties of bij complexe vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan het besturen van een motorvoertuig of sportvliegtuig. Intuïtieve ingevingen leiden echter niet altijd tot juist beslissingen. Dit geldt in het bijzonder voor ingevingen waarbij het gevoel overheerst. Zo kan impulsief gedrag bijvoorbeeld leiden tot verkeerde keuzes of beslissingen, omdat men niet alle aspecten van een situatie heeft doordacht.

Intuïtie kan ook een rol spelen bij ons geheugen. Men spreekt dan van impliciet geheugen. Soms denken mensen zeker te weten dat zij iets of iemand eerder hebben gezien of dat zij iets hebben meegemaakt. Deze herinneringen blijken echter niet altijd met de realiteit overeen te stemmen. Dit verschijnsel kan onder andere leiden tot onbetrouwbare getuigenverklaringen.

Carl Gustav Jung, de psychoanalist uit de 20ste eeuw, had een psychologische theorie opgezet waarin ons brein op twee verschillende manier werkt:

  1. Een rationele of beoordelende werking: Thinking (T) of Feeling (F)
  2. Een irrationele of beschouwende werking: Sensing (S) of Intuition (N)

images (3)Volgens Jung worden deze beide functies vervolgens geuit op twee verschillende manieren: een Introverte (I) of een Extraverte (E) manier. Op deze theorie zijn Katharine Cook Briggs en haar dochter Isabel Briggs Myers verder gegaan in hun ontwikkeling van 16 Myers-Briggs Type Indicators (MBTI). Zij voegden daartoe een vierde dimensie toe waarin de voorkeur van de betrokken persoon naar voren komt in het paar Judging (J) of Perceiving (P). Voorbeeld: ENFJ, de leraar of de zoetgevooisde overtuiger, die intuitie en gevoel (feeling) op een extraverte manier uit en daarbij graag zijn/haar oordeel (judging) geeft.

MBTI is een veel gebruikte methodiek – erg populair bij HR – om bijvoorbeeld bij teambuilding de verschillende persoonlijkheden binnen een team te kunnen beschrijven. Op basis hiervan kunnen binnen het team afspraken over de manier van samenwerking gemaakt worden.

EinsteinIntuitionSacredGift1Het volgen van intuïtieve ingevingen is een onbewust proces dat gecorrigeerd kan worden door rationeel denken. Als iets niet goed voelt, dan is het zinvol om de business case nog eens na te rekenen. Als de signalen van je lichaam “onrust” veroorzaken, dan is het misschien beter om deze baan niet te aanvaarden. Luister dus wel degelijk naar je gevoel, maar laat je verstand uitzoeken waarom het niet goed voelt. Vaak ontdek je dan gewoon fouten, verkeerde aannames, te positieve verwachtingen, te laag ingeschatte risico’s enzovoorts. Je gevoel heeft je dan voor een ernstig falen behoed.

Omdat er noch totaal inzicht bestaat over de registratie van onze zintuiglijke waarneming noch over het totaal van cognities en opgedane ervaringen, kunnen niet alle impliciete ingevingen van onze hersenen worden verklaard. Mede daardoor is het vrijwel onmogelijk om te stellen dat intuïtie altijd klopt. Het lijkt wel aannemelijk dat de intuïtie van de oudere, meer ontwikkelde, meer ervaren of meer belezen  mens minder fouten maakt. Praat er nog eens over en neem dan een goed besluit.

 

Is Management Training verspilling van geld en tijd?

U kent het wel: u heeft net uw beste professional benoemd tot manager;  bij voorkeur van de afdeling waar zij – ik steek mijn voorkeur voor vrouwelijke leidinggevenden niet onder stoelen of banken – eerder deel vanuit maakte. En dan hoor je soms de verzuchting: “We zijn een uitmuntende professional armer en een slechte manager rijker.”

Management is een vak. Leidinggeven is een vak. De een doet dat beter dan de ander. De een is een natuurtalent, de ander moet cursussen en trainingen volgen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat opleiden loont – voor werknemer én werkgever.

Een goed beginpunt is het leren kennen van de fundamenten van het vak Management. Om die reden beveel ik altijd aan om eerst een goed boek op dit gebied te lezen, bijvoorbeeld  “The First-Time Manager” van Loren Belker en Gary Topchik. Dit boek behandelt alle aspecten van het management vak. Vervolgens is het goed om zo snel mogelijk een driedaagse management training te volgen zoals die in dit land volop worden aangeboden door o.m. Business School Nederland (BSN), IBO Business School, Avans+ opleidingen en andere bekende vaderlandse management training instituten.

Management opleidingen die voornamelijk bestaan uit lezingen (hoorcolleges) zullen overigens verschuiven naar het online kanaal. De kwaliteit van online management trainingen steekt nog wat mager af tegen de hiervoorgenoemde opleidingen, maar deze ontwikkeling is gezien de vele voordelen niet meer te stuiten.  MBA programma’s aan Nyenrode, Twente School of Management (TSM), Rotterdam School of Management (RSM) of TiasNimbas zijn natuurlijk erg gewild én kostbaar. Helaas blijken deelnemers slechts 10% te onthouden van wat ze in de klas of online hebben geleerd.

Organisaties die over eigen management development programma’s beschikken hebben natuurlijk het grote voordeel dat zij hun managers kunnen “vormen” naar de gewenste cultuur van de eigen organisatie. Gewenste waarden, normen en zakelijke gedragsregels kunnen nadrukkelijk worden meegenomen in zo’n opleidingsprogramma. Dergelijke programma’s worden wel populair aangeduid met “blauw spuiten” of elke andere gewenste company color.

Toch wees McKinsey&Company eerder dit jaar op vier belangrijke manco’s in de meeste management development programma’s:

  1. Voorbijgaan aan ‘context’
  2. Reflectie loskoppelen van werkelijk werk
  3. Onderschatten van mentaliteit
  4. Falen bij het meten van de resultaten

Voorbijgaan aan ‘context’

Een briljante leider in een gegeven situatie hoeft niet per definitie te excelleren in een andere situatie. Vergelijk bondscoach Louis van Gaal tijdens het WK 2014 met de clubcoach Louis van Gaal bij Manchester United. Te veel management trainingen berusten op het principe dat ‘one size fits all’. Stel daarom de eenvoudige vraag: “Waar is deze management training precies voor bedoeld?”. Als het gaat om het ondersteunen van een op acquisitie gebaseerde groeistrategie, dan gaat het om de vorming van managers die boordevol ideeën zitten en die in staat zijn om winstrategieën te ontwikkelen voor het binnenhalen van nieuwe klanten. Focus op twee of drie kerncompetenties in plaats van lange lijsten met competenties en ‘corporate values’.

Reflectie loskoppelen van werkelijk werk

Management development programma’s vragen vaak aan de manager-in-spé om zijn werk even los te laten en in de schoolbanken (on-site of off-site) plaats te nemen voor reflectie. De directe relatie met het werk is dan meteen zoek. De aanbeveling is even duidelijk als uitdagend: verbindt management training aan realistische on-the-job projecten die business impact hebben en het leereffect vergroten. Vaak werkt het beter door belangrijke business projecten tevens te zien als management training kansen en op die wijze management training te integreren in deze projecten.

Onderschatten van mentaliteit

Om een doelmatige manager te worden is vaak een verandering in gedrag en houding noodzakelijk. Communicatie en gedragsstijlen worden doorgaans als uitdaging (h)erkend. Deze uiterlijke persoonseigenschappen worden gedragen door dieper liggende innerlijke ‘eigenschappen’. Bewustwording van de eigen competenties, van de eigen waarden en normen en van ‘wie ben ik en wat wil ik eigenlijk?’ behoren onlosmakelijk tot de kritische succesfactoren voor de succesvolle en doelmatige manager en leider. Zowel de deelnemers als de programma trainers, de mentoren en de ‘bazen’ zijn vaak zeer terughoudend om dieper onder de huid te gaan. Zo klinkt bijvoorbeeld het aan de man brengen van deugden als delegeren en ‘empowerment’ als een goede zaak, maar dat gaat er niet in bij managers die een ‘controlling’ mentaliteit hebben. Hoewel sommige persoonseigenschappen wat lastiger zijn te veranderen (bijv. introversie versus extraversie) kunnen mensen wel degelijk hun manier om naar de wereld en hun eigen waarden te kijken veranderen met behulp van goede training én coaching.

Falen bij het meten van resultaten

Management trainers willen nog wel eens hun deelnemers gezellig bezig houden met interessante dingen in plaats van hen – soms hard – te confronteren met zichzelf. Veel verder dan het verplichte evaluatieformulier na afloop van de training komt het veelal niet. Onze benadering is gebaseerd op een zgn. Circumplex Leadership Scan 360° (CLS360) aan het begin van het programma gevolgd door een tweede CLS360 zes tot 12 maanden na afloop van het programma. In het kader van de gewenste transparantie kan het zeer effectief zijn als de directie meedoet en haar eigen CLS360 resultaten publiceert binnen de eigen organisatie.

ROVOS Management Training vindt in-house plaats en houdt zeer terdege rekening met de hiervoor door McKinsey&Company genoemde tekortkomingen. Vooraf aan de uitvoering van de training vindt een grondige intake plaats met de directie om gewenste houding & gedrag, kerncompetenties en kernwaarden boven water te krijgen. De genoemde CLS360 maakt deel uit van de complete management training. Omdat diversiteit in management teams een aantoonbare positieve bijdrage levert aan de bedrijfsresultaten, wordt door ROVOS Management Training bijzondere aandacht gegeven aan vrouwen op leidinggevende posities.

Neem vrijblijvend contact op met de heer Robert Vos, onze gepassioneerde management trainer, coach & counselor via (06) 53377126 of robert.vos@rovos.nl