Weten economen het dan echt niet meer?

Deze blog entry is misschien wel een antwoord op de wekelijkse NRC column van Marike Stelliga, econoom en NRC redacteur. Heel specifiek op haar column van zaterdag 15 november jl waarin zij als econoom op zoek is naar de NRC-lezer die haar tijdens de 5e Nacht van NRC op haar schouder tikte. Marike had haar lezers aanbevolen om niet langer naar die sombere economen te luisteren. In haar column licht ze toe dat het misschien verstandig is je beeld van hoe het economisch gaat nu meer te baseren op wat je zelf observeert dan op wat economen zeggen. Kijk naar je portemonnee, de baankansen van je kinderen, de waarde van je huis, de investeringszin van je baas enzovoorts.

Tja, ik ben zelf ook econoom. Ik heb mij de afgelopen jaren, maar zeker vanaf het begin van de crisis in 2008 enorm verbaasd over de eensgezindheid waarmee economen stug vasthielden aan een tweetal zaken die onze economie verder in het slob hebben geholpen. Ten eerste het begrotingstekort dat arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 3%. Ten tweede de staatsschuld die even arbitrair werd vastgesteld op een toegestaan maximum van 60% van het bbp (binnenlands bruto product). Deze zogenoemde begrotingsdiscipline werd vastgesteld in Maastricht in 1992 – het jaar dat ik afstudeerde in bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

IS-LM curveDe monetaristen hebben het al vrij lang voor het zeggen (Reagan/Thatcher in de ’80-jaren). Deze mannen (en soms een enkele vrouw) concentreren zich op de vraag en aanbod van geld als een primaire manier waarop economische activiteit kan worden geregeld. Inflatie treedt dan op als het aanbod van geld groter is dan de vraag. Monetaristen zijn op basis van hun uitleg van het IS-LM model per definitie  zeer bezorgd om de inflatoire toestand van een economie, eerder dan de versnelde groei. Zij plaatsen een stabiele, gestage groei van de rente, evenredig met de economische groei, in de plaats van een massa-expansie, zoals de Keynesianen die zagen (zonder renteverhogingen). En toch zien wij die economische groei helemaal niet gebeuren!

KeynesJohn Maynard Keynes is om twee redenen zeer interessant. Bijna 100 jaar geleden nam hij deel aan de vredesbesprekingen in Versailles na de nederlaag van Duitsland in 1918. Zeer teleurgesteld over de wraakzuchtige houding van de geallieerden tijdens de onderhandelingen over de herstelbetalingen door Duitsland en haar bondgenoten verliet hij de geallieerde delegatie en schreef zijn “The Economic Consequences of the Peace”. Tot op de dag van vandaag een zeer lezenswaardig boek. Als je beseft hoe “wraakzuchtig” noordwest Europa binnen de Europese Unie (Eurozone) heeft onderhandeld met Portugal, Italië, Griekenland (!) en Spanje dan zijn de parallellen bijna pijnlijk. Wat er na de Vrede van Versailles gebeurde is genoegzaam bekend: Duitsland werd op 13 juli 1931 failliet verklaard en de rest is historie.

De tweede reden betreft Keynes meesterwerk “The General Theory of Employment, Interest and Money” (1936). Dit boek werd met gejuich ontvangen door de ene groep economen en met evenveel enthousiasme door Friedrich Hayek cum suis (Oostenrijkse school) de grond ingeboord. Keynes onderbouwt in zijn meesterwerk zijn eerder gepubliceerde overtuiging dat landen zich op de stabiliteit van de binnenlandse prijzen moeten richten en dat deflatie als het even kan moet worden vermeden, zelfs als dit devaluatie van de munt zou betekenen. Groot-Brittannië had het grootste deel van de jaren twintig te lijden onder hoge werkloosheid. Dit verleidde Keynes er toe om devaluatie van het Britse pond aan te bevelen om zo de Britse export betaalbaarder te maken voor buitenlanders, waardoor de werkgelegenheid zou worden gestimuleerd. Vanaf 1924 pleitte hij  er ook dat de regering banen zou kunnen creëren door de uitgaven voor openbare werken te verhogen.

Wat heeft dat met onze huidige crisis te maken? Sedert 2008 geldt in Europa en dus ook in Nederland een zeer streng bezuinigingsregime (“austerity”). Door de financiële crisis stellen banken minder snel of helemaal geen kredieten meer beschikbaar; door de kredietcrisis bezuinigen ondernemingen; door de huizencrisis bezuinigen u en ik; en terwijl de overheid nu haar Keynesiaanse rol zou moeten oppakken en de economie zou moeten stimuleren, besluit zij ook te bezuinigen. We bezuinigen allemaal: wij lossen onze schulden af, wij potten geld op voor later (en vangen door nauwelijks rente voor) en wij stoppen met meer te consumeren dan het broodnodige levensonderhoud. De economie komt tot stilstand. Het rentewapen van onze monetaristische vrienden wordt ingezet om geld goedkoper te maken. Maar dat werkt niet, omdat de consument aflost en niet meer leent. En het bedrijfsleven investeert niet meer omdat de consument nu even consumindert.

Terwijl de geldkraan openstaat en de prijs van geld (=rente) nu vrijwel 0% bedraagt, komt de economie toch tot stilstand. Wat is hier mis? Sedert de ’80-jaren lijkt Keynesiaans denken te zijn weggezet als iets onoorbaars. Juist door de uitgaven voor openbare werken en diensten te verhogen kan de overheid op dit moment als enige economische partij ons land uit de huidige dodelijke bezuinigingsomhelzing bevrijden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de volgende duurzame projecten (deze lijst is geenszins beperkt en met enige fantasie is deze lijst makkelijk uit te breiden):

  • Duurzame verbetering van alle provinciale wegen (veiligheid)
  • Duurzame verbetering van de huidige hoofdverkeerswegen (verbetering, ecologisch)
  • Duurzame verbetering van het huidige open vervoer (bus, tram, metro, trein)
  • Duurzame verbetering van onze ecologische hoofdstructuur
  • Duurzaam investeren in onderwijs en opvoeding, incl. jeugdzorg
  • Duurzaam investeren in onze nationale energie (opwekking, grid, restafval)
  • Duurzaam verbeteren van de toegang tot de havens (verbreding sluizen bij IJmuiden en in de Afsluitdijk)
  • Duurzaam investeren in werkgelegenheid (bijv. insourcen van eerdere offshore outsourcing)
  • Duurzaam investeren in de zorgsector over de gehele breedte
  • Duurzaam verbeteren van onze dijkbewaking (rivieren en zee)
  • Duurzaam investeren in een nieuw geldsysteem (geld als ruilmiddel; afschaffing van rente).

Door deze grote werken morgen aan te besteden gaan bouwers weer bouwen, fabrieken weer draaien, bakkers weer bakken, arbeiders weer werken en consumenten gaan weer meer consumeren. De economie komt weer in beweging. Iets wat de Partij van de Arbeid sinds de ’90-jaren volstrekt is kwijtgeraakt en haar traditionele kiezers, onze werkloze arbeiders hebben dat inmiddels door

Het rentewapen lijkt op dit moment volledig “schietklaar” om het gevaar van ongebreidelde inflatie te beteugelen. Maar besef wel dat blindvaren op dit monetaire wapen onder die omstandigheden net zo misplaatst is als het over de afgelopen jaren bleek te zijn. Enige inflatie tot maximaal 4% lijkt overigens gunstig uit te werken op de huidige schuldenpositie en maakt tevens onze pensioenfondsen sterker. Een (stevige) verlaging van de koers van de Euro t.o.v. de US dollar zal ook zijn bijdrage aan onze exporteconomie leveren (technologische producten van ASML worden dan buitende Eurozone goedkoper). Ook het toerisme uit China en de VS levert een positieve bijdrage. Een kleine “bijdrage” aan de inflatie zullen we op de koop toenemen. Doordat we met zijn allen (veel) meer verdienen en meer consumeren, kan Piketty meteen worden benut door de belasting op inkomen te verlagen en die op vermogen te verhogen.

Tenslotte: verhoog de pensioenleeftijd niet te hoog (handhaaf bijvoorbeeld op 66 jaar zoals in de VS) en laat de keuzevrijheid om al of niet door te werken volledig in tact. Ook in die zin dat doorwerken goed wordt gefaciliteerd en dat niet het brood uit de mond van de jeugd wordt gestoten. Denk bijvoorbeeld aan Meester-Leerling constructies: oud helpt jong. En vergeet niet om meer ruimte te geven aan vrouwen op leidinggevende posities in het bedrijfsleven, in de politiek en in de wetenschap zodat onze besluiten en resultaten beter, duurzamer en vreedzamer zullen worden!

Deze aanpak kan morgen starten. Er zijn genoeg sombere economen die kunnen helpen bij het in de hand houden van eventuele uitwassen zoals die alom gevreesde inflatie. Misschien goed om te weten dat toen wij ons huis kochten in 1975 zowel de inflatie als de hypotheekrente ruim 10% bedroegen (de hypotheekrente zou in 1981 nog oplopen naar 12,5%). Dat hebben we ook overleefd!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.