Maandelijks archief: januari 2015

Houdt de dialoog gaande…!

Sinds “Charlie Hebdo” (Parijs, 7 januari 2015) horen we het weer met regelmaat: “Houdt de dialoog gaande!” Een dialoog is toch een gesprek tussen twee of meer personen? socrates-quotes-2Het is in ieder geval geen discussie of debat! Degenen die de dialoog aangaan streven ernaar gezamenlijk te ontdekken, te leren en te begrijpen – ondanks verschillen in opvatting en overtuiging. De dialoog beoogt, ondanks het verschil in opvatting en overtuiging, te begrijpen en te accepteren en onderscheidt zich in deze van discussie. Kortom: dialoog is het ontvankelijk zijn voor de ander.

Een discussie is een gesprek – of andere vorm van communicatie – tussen twee of meer partijen over een bepaald onderwerp, waarbij de partijen elkaar van een bepaald standpunt proberen te overtuigen. Met behulp van argumenten proberen de partijen elkaar te overtuigen om uiteindelijk tot een conclusie te komen waar alle partijen het mee eens zijn. Een partij kan dus van mening veranderen tijdens een discussie en zich tevreden stellen met een alternatieve (tussen)oplossing, mits hier argumenten voor zijn gegeven. Dit in tegenstelling tot een debat, waarbij de partijen niet van hun mening wijken.

Argumenten

Wat is zo’n argument eigenlijk? Een argument is hetgeen wordt aangevoerd om een stelling te bewijzen of te ontkrachten. Argumenten kunnen feiten en/of meningen zijn of een combinatie van de twee. Mensen gaan vaak slordig om met feiten en meningen. Feiten blijken soms niet juist, pertinent onjuist zelfs en geven dan eerder de mening van de spreker weer. Hij of zij zou willen dat het waar is… Meningen worden soms als feiten gebracht of op intimiderende wijze aan de luisteraar opgedrongen. Er bestaat een belangrijk verschil tussen feiten en meningen dat hieronder met voorbeelden wordt geïllustreerd.

Feiten kun je bewijzen of controleren: ‘Deze laptop kost €219,- bij Paradigit.’
Over feiten kun je niet van mening verschillen: ‘Van regen word je nat.’
Feiten kun je opzoeken: ‘De aanslag op de redactie van Charlie Hebdo vond plaats op 7 januari 2015.’

Een mening geeft weer wat jij vindt. Een ander kan hierover heel anders denken: ‘Ik vind korfballen een gave sport.’
Een mening is een ‘standpunt’: ‘Ik vind het belangrijk dat er meer vrouwen op leidinggevende posities zijn.’

Natuurlijk respecteer ik u als mens. Daarbij hoort het respect voor het kunnen hebben van een andere, wellicht afwijkende mening. Met uw mening hoef ik het overigens niet eens te zijn. “Ik vind, ik vind, ik vind…” Wat u vindt mag u houden, zeggen wij dan. Degene die nooit van mening is veranderd, heeft nooit iets bijgeleerd (vind ik). De discussie is begonnen!

De dialoog

De dialoog is anders. Een dialoog is een gesprek tussen twee of meer personen. Men beschouwt het evenwicht in het gesprek als eigen aan de dialoog. Alle partijen komen evenwaardig aan bod en hebben de kans hun standpunt of gevoelens naar voren te brengen. In de regel is een dialoog ook verrijkend, omdat men van de ander iets leert of omdat er de tijd is genomen goed naar elkaar te luisteren, zelfs actief luisteren. Actief luisteren is een gestructureerde manier van luisteren en reageren. Het verlegt de aandacht op de spreker in die zin dat het eigen referentiekader en de daarbij behorende oordelen worden uitgeschakeld. Het is belangrijk om het gedrag en de lichaamstaal van de spreker te observeren. Na het gezegde kan de luisteraar de woorden van de spreker kort en bondig samenvatten. De luisteraar hoeft het overigens niet eens te zijn met de spreker. In emotioneel geladen communicatie kan de actieve luisteraar zich richten op de gevoelens van de spreker door bijvoorbeeld de onderliggende emotie te beschrijven: “Je lijkt kwaad van binnen” of “Je lijkt gefrustreerd te zijn”.

Satire

Een interessante vorm om feiten en meningen te ventileren is satire. Als ik op Wikipedia kijk dan lees ik: “Satire is een kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze maatschappijkritiek wordt gegeven. De kritiek kan geleverd worden via parodie, ironie, sarcasme, pastiche en karikatuur. De doelwitten kunnen personen, politici, tradities, religie, kunstenaars, entertainers, media, normen, waarden en trends zijn.”

erasmusNederland kent een lange traditie op het gebied van satire van het boek Lof der Zotheid door Desiderius Erasmus (1511) tot de huidige NRC-columns van Youp van ’t Hek. In de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw had Nederland diverse spraakmakende televisieprogramma’s, waaronder Zo is het toevallig… In de jaren tachtig werd televisie satire vooral vertegenwoordigd door Kees van Kooten en Wim de Bie. Na een tijdelijke stilte in het medialandschap is de draad rond de eeuwwisseling weer opgepakt in programma’s als Koefnoen.

Niet alle satire is humoristisch bedoeld. Sommige satires zijn zo agressief en scherp dat ze vooral willen provoceren of tot actie aanzetten. Juist om die reden zijn door de geschiedenis heen veel satirici vervolgd door de overheid. Begin 2015 hebben redactieleden van Charlie Hebdo in Parijs hun provocerende en soms kwetsende satire met de dood moeten bekopen – door een daad van extremistisch geweld. In onze rechtsstaat is spotten niet strafbaar. Beledigen en kwetsen kunnen soms wel strafbaar zijn. Zo’n belediging moet dan wel in de openbare ruimte hebben plaatsgevonden omdat de bewijsvoering anders erg lastig wordt (mijn woord tegen jouw woord). Wanneer we kwetsen definiëren als blesseren, verwonden, letsel toebrengen of traumatiseren dan voelt dat niet goed, pijnlijk zelfs en is dus strafbaar. Pijnlijk kan het ook zijn als ik door satire in mijn ziel ben getroffen… In onze rechtsstaat is in zo’n geval de rechtsgang de enig juiste route. De rechter zal vervolgens uitspraak doen. Eigenrichting mag nooit onze leidraad zijn en al helemaal niet kalasjnikovs!

Respect versus Ontzag

Stefan Paas, hoogleraar missiologie aan de Theologische Universiteit Kampen schreef in de NRC van 19 januari jl.: “Het is een teken van kracht, niet van zwakte, wanneer schrijvers en tekenaars zich beheersen. (…) We zouden het ‘recht’ hebben om te kwetsen of blasfemisch te zijn. Alsof het kwetsen van je medemensen de essentie zou zijn van het recht op vrije meningsuiting. Nonsense natuurlijk: de mogelijkheid om anderen te kwetsen is een onvermijdelijk en betreurenswaardig gevolg van die vrijheid, niet de kern ervan.”

Hier komen normen en waarden aan de orde. Het is niet verkeerd om andere mensen met respect tegemoet te treden en van andere mensen te verwachten ook jou met respect te bejegenen. Een belangrijke rol daarbij spelen zelfrespect, zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid – je zelfbeeld dus. Hoe sterker dit zelfbeeld is, hoe minder snel jij anderen (en wellicht jezelf) zult willen bespotten, beledigen of kwetsen. Respect wil ik niet verwarren met ontzag. Juist satire kan geweldig helpen bij het aan de kaak stellen van misstanden bij kerkelijke, wereldse en andere gezagsdragers – wij mogen hen (en onszelf) nooit ontzien. Lof der ZotheidDe Lof der Zotheid doet niet anders! Ieder mens moet ter verantwoording kunnen worden geroepen en gevraagd kunnen worden om rekenschap af te leggen. Paas stelt: “Als er geen sprake is van mededogen, inlevingsvermogen en  de behoefte om de boel bij elkaar te houden, dan leidt kwetsende taal alleen een nieuwe cyclus van vernederingen en geweld in.” Hoewel Paas als theoloog hier misschien te kort door de bocht gaat, wil ík wel stellen: respect ja, ontzag nee. Geweld – uitsluitend toegestaan als staatsmonopolie binnen een rechtsstaat – moet te allen tijde worden vermeden.

Peter Block, een Amerikaanse auteur, adviseur en spreker schrijft in zijn boek “The answer to How is Yes”: “De kwaliteit van je mens voelen ontstaat als we leven naar onze waarden. Elk mens wordt op een unieke wijze aangesproken door een reeks waarden, bijvoorbeeld:

Liefde                                   Samenwerking
Vrijheid                                 Rechtvaardigheid
Mededogen                          Verzoening
Geloof in een opperwezen   Creativiteit
Integriteit                              Zorg voor de volgende generatie
Gelijkheid

Block vervolgt: “Het feit dat we vrij zijn, zorgt voor onoplosbare problemen. De wens om al onze problemen oplosbaar te beschouwen, is een aanslag op onze vrijheid. We geloven dat we het kwaad kunnen wegnemen (…). Dus onderschatten we de kracht van het kwaad en ontkennen we de verlossende aard van strijd.”

En vervolgens herinnert hij ons nog eens aan de Derde Wet van Newton: “Ons rest weinig meer dan een paradox: de notie dat er voor ieder idee een tegengesteld idee bestaat dat ook juist is.”

Is de sociaal architect een vrouw?

In zijn boek beschrijft Block vier archetypen: “de technicus, de econoom, de kunstenaar en de architect. De technicus en de econoom vertegenwoordigen de mentaliteit die de cultuur domineert. De kunstenaar is steeds minder aanwezig. De mentaliteit en de rol van de sociaal architect vormen een manier om de bijdragen van de technicus, de econoom en de kunstenaar te integreren. De sociale architectuur dient als metafoor voor de rol die we allemaal moeten helpen vervullen wanneer we samen met de mensen om ons heen willen doen wat voor ons het belangrijkste is.”

De dialoog moet dus voortduren om te ontdekken, te leren en te begrijpen. De dialoog tussen de technicus (“hoe gaan we dit doen?”), de econoom (“wat kost dat?”) en de kunstenaar (“welke vorm gaat dit aannemen”) moet gaande worden gehouden onder de bezielende leiding van onze sociaal architect. Ik vermoed dat onze vrouwen daartoe het beste zijn uitgerust. Kom op vrouwen, neem de leiding over van die tot de tanden toe bewapende testosteron-mannetjes, inclusief hun kalasjnikovs waarmee geen dialoog gevoerd lijkt te kunnen worden… Een uitdaging die vrouwen als geen ander kunnen oppakken!

Nederland nummer 61 in “Global ILO Report on Women in Business and Management”

Op 12 januari 2015 publiceerde de International Labor Organization (ILO) haar wereldwijde rapportage over “Women in Business and Management” onder de hoopvolle titel Gaining Momentum. ilo-logo-260pxOp de eerste vijf plaatsen komen we voornamelijk Midden- en Zuid-Amerikaanse staten tegen: Jamaica, Colombia, Santa Lucia, de Filippijnen (!) en Panama. Op de eerste 25 plaatsen komen we weinig westerse landen tegen: Verenigde Staten (15), Nieuw Zeeland (21), IJsland (22) en Frankrijk (24). Onze Scandinavische rolmodellen vinden we op plaats 38 (Zweden), 50 (Noorwegen), 58 (Finland) en 63 (Denemarken). Nederland staat op de 61ste plaats van in totaal 108 landen. Wat is hier loos?

Eerst maar het goede nieuws. Het rapport stelt dat het nastreven van genderbalans niet alleen een goede zaak is, maar ook gewoon slim. Het bewijs stapelt zich steeds meer op dat het benutten van de vaardigheden en talenten van zowel mannen als vrouwen niet alleen goed is voor de individuele onderneming, maar ook voor de maatschappij als geheel.

Het ILO rapport onderstreept het feit dat de aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt steeds belangrijker wordt voor de economische groei en ontwikkeling op zowel nationaal als ondernemingsniveau. Het rapport benoemt de voordelen die ondernemingen kunnen behalen door vrouwelijk talent te herkennen en daadwerkelijk in te zetten. Juist omdat er inmiddels meer vrouwen afstuderen dan mannen in vrijwel alle studierichtingen, vertegenwoordigen zij een ongelooflijke talent pool en een belangrijke nationale bron aan goed opgeleide arbeidskrachten. Steeds meer vrouwen starten een onderneming en een toenemend aantal bestedingsbeslissingen op consumptief niveau rust in haar handen. Deze realiteit wordt vaak over het hoofd gezien; zelfs nu de ‘war on talent’ gaat toenemen omdat economieën steeds meer gebaseerd zijn op kennis en technologie.

Het rapport laat ook zien dat vrouwen nog steeds een aantal belemmeringen moet overwinnen op weg naar posities zoals Algemeen Directeur (CEO) en lid van Raden van Bestuur en/of Commissarissen. Hoewel er beslist vooruitgang wordt geboekt in (eigen) business en management, worden veel vrouwen nog steeds buitengesloten voor de hoogste posities waar de uiteindelijke financieel/economische beslissingen worden genomen. Ondanks het feit dat het “glazen plafond” inderdaad aan gruzelementen lijkt.

Naast voor de hand liggende aanbevelingen beveelt het rapport meer gezamenlijke inspanningen en belangenbehartiging aan om zoveel mogelijk informatie te delen waaruit de voordelen blijken van vrouwelijk talent en haar vaardigheden op elk niveau, inclusief de Raad van Bestuur en Commissarissen. Veel multinationale ondernemingen zijn al op de goede weg. De grote uitdaging ligt bij de nationale ondernemingen, in het bijzonder de (middel)grote ondernemingen die uitsluitend op de nationale markt actief zijn. Deze ondernemingen zijn gebaat bij advies en gereedschap om vrouwen vooruit te helpen en daarmee hun bedrijfsresultaten te verbeteren.

Nationale werkgeversorganisaties (in Nederland: VNO-NCW-MKB Nederland) spelen hierbij een belangrijke en strategische rol. Juist nu de zakenwereld aan de vooravond staat van het besef hoe vrouwen significant en substantieel kunnen bijdragen aan de economische besluitvorming hetgeen weer een positief effect heeft op de ‘bottom line’ en de algehele bedrijfsprestatie.

Dit ILO-rapport staat niet op zichzelf. Vele rapporten gingen dit rapport voor. Met vrijwel allemaal dezelfde constatering. Ook dit ILO-rapport laat weer zien dat de vooruitzichten voor Nederland niet echt fantastisch zijn, allerminst. Internationaal slaat Nederland als gepercipieerd “gidsland” een modderfiguur. Nederland behoort tot die groep van landen waar het groeipercentage van vrouwen op leidinggevende posities over de afgelopen 10 jaar marginaal is (tussen 0% en 5%). Jet Bussemaker (PvdA), minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en verantwoordelijk voor emancipatie, riep eind vorig jaar al eens uit dat het “in dit tempo tot 2080 gaat duren alvorens er sprake is van genderbalans.”

ROVOS Management biedt een uniek “Hij-voor-Zij” programma waarmee bovengenoemde doelstelling langs eenvoudige weg kan worden gerealiseerd. Mits de algemeen directeur het programma in woord-en-daad steunt. Een eenvoudig uitvoerbaar zeven-stappenplan waarborgt opwindende resultaten binnen nu en drie jaar.

Coaching: wat levert dat nou op?

De Amerikaanse auteur James Patterson zei het zo in zijn ‘Suzanne’s Diary for Nicholas’: “Stel je het leven voor als een spelletje jongleren met vijf ballen. Deze ballen stellen werk, familie, gezondheid, vrienden en integriteit voor. En je moet ze alle vijf in de lucht houden. Op zekere dag kom je er achter dat ‘werk’ een rubberen bal is. Als je die laat vallen, dan stuitert hij terug. Die andere vier ballen… zijn gemaakt van glas. Als je daar een van laat vallen, dan is die bal onherstelbaar beschadigd, gebarsten en misschien zelfs aan gruzelementen.” Vaak zijn wij ons niet bewust van de samenstelling van de ballen die we in de lucht houden. Precies dan biedt coaching uitkomst.

Coaching maakt je bewust van je gedrag en houding binnen de tijd en ruimte waar jij je nu beweegt. Het maakt je bewust van je gedachten, je rituelen en je functioneren. Het vertrekpunt bij coaching is altijd datgene wat er nu gebeurt, waar je nu bent en hoe dat nu voelt. Vanuit dit vertrekpunt leer je anders om te gaan met je kennis en ervaring, met je gedachten en competenties. Je gaat je gedrag en houding aanpassen – jij bent overigens de enige die jouw gedrag kan veranderen – je maakt andere keuzes en je gaat andere acties ondernemen. Wel, dat klinkt niet ingewikkeld, dus waarom begin je daar niet meteen aan?

Waarom zou je een coach in de arm nemen?

Het volgende verhaal illustreert waarom het de meeste mensen niet goed lukt om bovenstaande geheel zelfstandig in de praktijk te brengen:  Je hebt een erg druk leven. Je hebt namelijk een partner, je hebt kinderen en een rijk sociaal leven; en niet te vergeten een veeleisende baan of onderneming! Geen van deze “ballen” mag je verwaarlozen, want ze zijn allemaal even belangrijk voor je. Dus je rent van hot naar her. Niet alleen fysiek put je jezelf uit, maar ook geestelijk. Belangrijke dingen die nog voor morgenavond geregeld moeten zijn en briljante ideeën vragen om beurten voorrang in je overbelaste hersenen. De planning en je to-do lijstjes houden je ’s nachts uit je slaap. De volgende ochtend word je doodmoe wakker. Thuis en op het werk blijven steeds meer taken liggen die energie vereisen. Die energie kun je gewoon niet meer opbrengen. Die aantrekkelijke glimlach verschijnt steeds minder vaak op je gespannen gezicht. Je omgeving begint je te irriteren en je omgeving begint zich aan jou te ergeren. Je bent moe en je hebt geen energie. Hoe lang kun je dit nog volhouden? Je hebt geen idee hoe je deze situatie kunt veranderen.

Waarom is jezelf veranderen toch zo moeilijk?

“Verbeter de wereld, begin bij jezelf” is een vertrouwd gezegde. Dus begin van dit jaar heb je je voorgenomen: “Ik ga het anders doen!” De eerste weken gaat het goed, maar al snel verval je weer in je oude gedrag. Waarom is jezelf veranderen toch zo moeilijk? Simpel: je bent jezelf niet of onvoldoende bewust van je eigen gedrag en houding, van de gedachten die door je hoofd flitsen, van de patronen of rituelen die je volgt en hoe je functioneert. Dit is allemaal niet zo vreemd omdat je natuurlijk in het centrum van jouw universum staat. Die drukke wereld draait om jou heen. Het leven van alledag vraagt jouw continue aandacht en slokt al jouw energie op. Grappig dat ze dit eigenlijk je “comfort zone” noemen…

Gezien jouw drukke leven is het niet zo gek dat je niet in staat bent om tijd vrij te maken om je leven eens goed onder de loep te nemen. Alles en iedereen vraagt continu jouw aandacht. Je hebt nauwelijks tijd om iets voor jezelf te doen!

“De kruik gaat zo lang te water tot hij barst!” is ook zo’n vertrouwd oer-Hollands gezegde. Als je je niet langer bewust bent van hetgeen er om je heen gebeurt en wat dat doet bij andere mensen om je heen, dan ga je ook steeds minder zien en horen – en letterlijk minder stilstaan bij – wat er echt gebeurt. Jouw gedrag lokt gedrag bij anderen uit en de wereld kan snel bijzonder onaangenaam worden.

“Je ziet het pas als je het door hebt”

Beroemde woorden van onze nationale voetbalheld Johan Cruijff. Zodra je het door hebt ga je ook begrijpen wat jouw rol en de rol van anderen is. Dan wordt ook duidelijk dat je het gedrag van anderen niet kunt veranderen maar dat van jezelf wel. Om precies te zijn: jij bent de enige persoon in het universum die jouw gedrag blijvend kan veranderen! En pas daarna kun je ontdekken wat je echt wilt en welke opties jij hebt om veranderingen aan te brengen. Met andere woorden: om zelf uit je “comfort zone” te stappen op weg naar nieuwe doelen.

Veelal vereist het de nodige liefde en aandacht om uit een comfort zone te stappen. Natuurlijk kun je met mensen binnen en buiten je comfort zone praten over allerhande zaken en dat is goed. Vaak zijn dit mensen waarmee je een band, een emotionele binding hebt. Voor hen zal het moeilijk zijn om objectief te blijven. Hun feedback is vrijwel altijd subjectief. Dus eerder op jouw persoon (subject) dan op jouw situatie (object). Daarmee is het gelijk de vraag of hun feedback oprecht is. En hun al te oprechte feedback kan zomaar de relatie tussen jou en hen onnodig onder druk zetten of zelfs schaden. Tenslotte geven zij vaak ongevraagd advies, dat – hoe goedbedoeld dan ook – bij jou niet altijd in vruchtbare aarde zal vallen. De vraag is of je hiermee nu wel echt bent geholpen.

Neem een coach in de arm!

In een bekend YouTube filmpje vertelt Eric Schmidt, Chairman of the Board van Google, dat de beste beslissing die hij ooit in zijn leven nam het inschakelen van een persoonlijke coach was. Een goede coach kent verschillende methoden en technieken. Zo’n coach kan daarbij behorende instrumenten inzetten tijdens de sessies om jouw gedrag en houding, jouw gedachten en rituelen en jouw functioneren inzichtelijk te maken. Een coaching traject laat jou zien én ervaren op welke normen, waarden en competenties jouw gedrag en houding gebaseerd zijn. Wie ben je eigenlijk of wie zou je willen zijn? Waarom doe je wat je doet – zowel in je werk als in je privé omgeving?

Ook als jouw comfort zone echt is wat het woord suggereert: een comfortabele plek, ook dan blijkt coaching zeer doelmatig! Voor iedereen die alles weer eens in perspectief wil zien: Wie ben? Waar geloof ik sterk in? Welke overtuigingen belemmeren mij? Over welke competenties beschik ik? Waar ben ik aantoonbaar goed in? Hoe ervaren de mensen om mij heen mijn gedrag en houding? Om beter gefundeerde keuzes in je leven te kunnen maken is coaching een geweldige beleving én een zeer verantwoorde investering in jezelf!

Het mooie van een coaching traject is dat <JIJ> centraal staat. Gedurende een aantal sessies van circa 1½ uur heeft de coach uitsluitend aandacht voor jou. Op dat moment ben jij de allerbelangrijkste mens op aarde voor de coach; en op datzelfde moment is de coach de allerbelangrijkste mens op aarde voor jou. Geen manager, partner of kinderen in de buurt; geen smartphone die continu aandacht opeist: het draait bij coaching alleen maar om jou!

Bottom line

Coaching levert heel veel inzichten in jezelf en je omgeving op. Coaching verschaft jou handvatten om de uitdagingen waarvoor je staat met zelfvertrouwen en zelfverzekerd tegemoet te treden. Coaching geeft vaak een enorme “boost”. Met die hervonden energie kun je de veranderingen in je eigen leven makkelijk aan. Je vergroot je levensruimte en durft daarbinnen de nodige stappen te zetten. Je leert je grenzen kennen en respecteren, eventueel verleggen (als dat echt nodig is). Je leert beter begrijpen wat je wel wilt en wat je juist niet meer wilt. Dat laatste betekent accepteren en loslaten – een kunst die je met coaching veel beter onder de knie krijgt.

Hiermee is coaching een investering in jezelf die zich niet makkelijk laat uitdrukken in geld!

Neem eens contact op met mij om te praten over coaching en wat het voor jou nu kan betekenen. Ik ben bereikbaar op (06) 5337 7126 of via e-mail robert.vos@rovos.nl

Tot het schrijven van dit artikel werd ik geïnspireerd door collega-coach Marieke Vervoort-Kersten waarvoor mijn dank. Zie ook haar website.

Wij moeten vrouwen níet!

Amerikaanse onderzoekers lieten vorige week in Science zien dat vrouwen in de wetenschap vooral ondervertegenwoordigd zijn in vakgebieden waar wetenschappers zelf denken dat die aangeboren talent vereisen. Hoewel deze onderzoekers geen oorzakelijk verband konden aantonen, denken zij dat die ondervertegenwoordiging in elk geval deels komt door het stereotiepe idee dat vrouwen niet ‘het mysterieuze talent’ bezitten dat in die disciplines nodig is. Naomi Ellemers, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit van Leiden spreekt over een rationalisatie van een onderbuikgevoel bij (sommige?) mannelijke wetenschappers: “Wij moeten vrouwen níet!”

Percentage vrouwelijke hoogleraren in EU27De Stichting Beauvoir, die in Nederland de participatie van vrouwen in de wetenschap bevordert, meldt op haar website dat Nederlandse universiteiten in vergelijking met de rest van de wereld een zeer laag percentage vrouwelijke hoogleraren en bestuurders hebben. Met nog geen 15% vrouwen op topposities binnen de wetenschap bungelt Nederland in de onderste regionen van de Europese ranglijst. Er zit gelukkig wel groei in, maar in het huidige groeitempo komt genderbalans pas tegen 2060 in zicht.

Percentage vrouwelijke hoogleraren per universiteitHet aantal en percentage vrouwelijke hoogleraren wisselt sterk per universiteit. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft het hoogste percentage vrouwelijke hoogleraren, namelijk 20,6%. Dat is ruim boven het landelijke gemiddelde van 14,8%. De Radboud universiteit heeft nu een beleid waarin ernaar wordt gestreefd dat één op de vier benoemingen tot hoogleraar voor een vrouw is. Dit beleid lijkt te werken, het vrouwenaandeel groeide van 13 naar 20,6 procent. In Nijmegen is inmiddels 1 op elke 5 hoogleraren vrouw. De Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Leiden volgen met 19,2% vrouwelijke hoogleraren. De technische universiteiten (Delft, Eindhoven en Twente), met studies die van oudsher weinig vrouwen trekken, hebben relatief lage percentages vrouwelijke hoogleraren.

Vrouwen zitten inmiddels ook wat vaker in collegebesturen. Tien jaar geleden waren er slechts drie vrouwelijke bestuursleden, inmiddels zijn dat er acht op 14 Nederlandse universiteiten. Vooral aan de Universiteit van Amsterdam hebben veel vrouwen het voor het zeggen: drie van de vier bestuursleden zijn vrouw. Nijmegen scoort op dit punt nu weer erg slecht: nog nooit zat er een vrouw in het College van Bestuur.

Binnen de Europese Unie zijn afspraken gemaakt waarin staat dat in 2013 (oops, dat was twee jaar geleden…) 25% van alle hoogleraren vrouw moet zijn. Omdat universiteiten en umc´s in Nederland onderkennen hoe belangrijk het is om het volle potentieel van vrouwelijk talent te benutten, ondertekenden zij vrijwel allemaal het Charter Talent naar de Top. Daarmee committeerden zij zich  aan het voeren van meetbare strategieën om vrouwelijk talent te behouden en de doorstroom naar hogere functies te vergroten. Afgezien van openbaarmaking van een slecht resultaat volgt geen enkele sanctie…

In de NRC van 16 januari 2015 stond een “alleraardigst” commentaar naast genoemd onderzoek, waaruit blijkt dat nog een majeure mind shift (mentaliteitsverandering) nodig is om de participatie van vrouwen in de wetenschap een “boost” te geven. Het commentaar stelt: “Om te veranderen dat vrouwen gediscrimineerd worden in de wetenschap, moet duidelijk zijn dát het gebeurt. Maar berichten over onderzoek naar seksisme lokken ook seksistische reacties uit (Psychology of Women Quarterly, 1ste kwartaal). Vooral mannen ontkennen of rechtvaardigen seksediscriminatie (‘vrouwen worden zwanger’, ‘mannen werken harder’) of maken seksistische opmerkingen (‘iets dat vijf dagen achtereen bloedt en niet sterft vertrouw ik niet bij het nemen van rationele beslissingen’). Veel vrouwen erkennen wel dat seksediscriminatie bestaat.”

Mogelijk helpt het eerder gegeven wiskundig bewijs dat vrouwen er toe doen. Kom wetenschappers: geef vrouwen de ruimte! Kom vrouwen: pak die ruimte!! Wij moeten vrouwen juist wél.

 

 

Is emancipatie dan nooit af?

Vanaf 1 januari 2015 ontvangt de zojuist gepensioneerde man geen partnertoeslag meer voor zijn jongere echtgenote. Zij wordt verondersteld te werken voor haar eigen zelfstandige inkomen, toch?! Een man die op 25 januari a.s. 65 jaar wordt – en nog ruim drie maanden mag wachten alvorens hij zijn eerste AOW-uitkering ontvangt – ontvangt niet langer voor zijn niet-werkende partner de zogenoemde partnertoeslag. Deze partnertoeslag bedroeg maximaal € 740,60 per maand. Als zijn vrouw 5½ jaar jonger is, dan gaan zij over die periode ruim 66 x € 740,60  = € 48.880 bruto minder ontvangen. Als je daarbij rekening houdt met het feit dat zij ook nog eens bijna twee jaar later AOW gaat ontvangen, dan derft zij (of derven zij) nog eens 21 maanden: € 15.553, dus bij elkaar maar liefst € 64.432. Tenzij zijn geëmancipeerde vrouw zelfstandig inkomen verdient! Dan is er niets aan de hand…

Het voorbeeld in de aanhef ziet er nog overzichtelijk uit. Maar stel dat dit koppel over een of twee jaar besluit om te scheiden, dan haalt deze man misschien opgelucht adem (ik chargeer graag), maar de vrouw zit dan helemaal zonder inkomen. Ze zal ongetwijfeld een goede advocaat in de arm nemen, maar die kost ook geld. En zo kunnen we meer varianten bedenken die het financieel allemaal niet aantrekkelijker maken.

We hebben het hier over financiële zelfstandigheid van de vrouw. Financiële onafhankelijkheid ten opzichte van haar partner(s). Financiële vrijheid dus! Natuurlijk hebben onze vrouwen in de afgelopen eeuw – sinds Aletta Jacobs – veel voor elkaar gekregen, maar op veel vlakken valt nog heel veel te  winnen. Bijvoorbeeld het hebben van een voldoende hoog eigen inkomen; waarmee zo’n situatie als hierboven beschreven kan worden vermeden. Mits dat inkomen voldoende hoog is om haarzelf en haar kinderen een goed leven te kunnen bieden. Even belangrijk is het opbouwen van een eigen vermogen om tijden zonder arbeidsinkomen goed op te vangen; of bij pensionering van haar partner maar ook bij pensionering van haarzelf; of bij scheiding en (te vroeg) overlijden van haar partner.

Terecht wordt gesteld dat de financiële crisis van 2008 – waarvan de effecten tot op de dag van vandaag voelbaar zijn – alle regels over geld ongeldig heeft gemaakt. Vrouwen worden gezien als diegenen die veranderingen, verbeteringen op dit gebied kunnen brengen binnen ondernemingen, organisaties en gezinnen. Onze wereld snakt – bewust en onbewust – naar vrouwelijk leiderschap. Maar feitelijk ben je als vrouw niet goed in staat om een leidinggevende positie in het bedrijfsleven, in de politiek of in de wetenschap in te nemen als je je eigen financiële vrijheid niet meteen vanaf het begin goed regelt. Als het om geld gaat dan leven veel vrouwen nog steeds in ontkenning, onwetendheid of die bekende vrouwelijke onzekerheid, twijfel slaat weer toe.

Dus even een korte check: hoe sta jij tegenover geld? Kijk eens hoeveel van de volgende uitspraken (met dank aan Open Circles Academy) voor jou “waar” zijn:

  • Je weet vaak niet hoeveel geld je op je bankrekening hebt staan
  • Je hebt de neiging geen vragen te stellen over geld
  • Je vindt eigenlijk dat omgaan met geld beneden je stand is
  • Je voelt je ongemakkelijk bij het onderhandelen over prijzen
  • Je wordt onrustig als je denkt aan hoe je je geld beheert
  • Je hebt geen idee wat je pensioen of levensverzekering inhoudt
  • Geld is niet belangrijk zolang je je maar comfortabel voelt en blij met wat je doet
  • Je laat je partner financiële zaken regelen, zoals inkomstenbelasting en belastingteruggaaf
  • Het is moeilijk voor jou om NEE te zeggen als mensen je om geld vragen
  • Je hebt het gevoel dat je niet zoveel geld nodig hebt als andere mensen nodig hebben.

Als één van deze uitspraken van jou afkomstig had kunnen zijn, dan is het tijd om wakker te worden.

Ga NIET in deeltijd werken!

In dit verband wil ik ook graag wijzen op een typisch Nederlandse valkuil: parttime werken. Nergens in Europa is het percentage deeltijdwerkers – vooral onder vrouwen – zo hoog als in Nederland. Mijn moeder deed het, dus doe ik het ook. Makkelijk met de kinderen – later. Mijn advies: doe het NIET!

Mannen werken al jaren “in deeltijd” en worden “full time” betaald. Hoe doen die mannen dat toch? Met de moderne technologie is dat in veel beroepen geen issue meer. Ook mannen werken vaak een of twee dagen per week vanuit huis. Dankzij de huidige mobiele apparaten zijn zij vrijwel overal bereikbaar. En zij kunnen hun mail checken, documenten lezen en hun eigen documenten afmaken waar en wanneer zij maar willen. Hun full time 40 uur/week contract zorgt ervoor dat ze volledig betaald worden op basis van de geëmancipeerde salarisschalen. Hun pensioenopbouw geschiedt aan de hand van een volledig full time salaris.

Vrouwen pakken dat anders aan en dat blijkt niet altijd slimmer. Zij onderhandelen meteen een deeltijdcontract, bijvoorbeeld een 24- of 32-uur werkweek. Dat is makkelijk met de kinderen en zo. Zodra de kinderen slapen of op school zijn, dan kunnen onze vrouwen dankzij de huidige technologie toch nog even hun mail checken, documenten lezen en hun eigen documenten afmaken. Dat blijkt goed te werken en wordt ook gewaardeerd door de collega’s en de managers. Alleen staat er wel een lager bruto bedrag op de maandelijkse salarisslip: 60% of 80% van het brutobedrag dat de man bovenaan zijn salarisslip aantreft. De facto maakt de aldus lekker ingewerkte vrouw net zoveel uren als de man, maar wordt 20-40% gekort op haar arbeidsinkomen én op de vermogensopbouw voor haar latere “eigen” pensioen. Om nog maar te zwijgen over haar kansen op een leidinggevende positie…

Dus jonge hoogopgeleide vrouwen van Nederland = onze eigen vrouwen, onze eigen dochters en onze eigen kleindochters: teken nooit een deeltijdcontract. Teken in plaats daarvan een normaal full time contract en onderhandel na enige tijd – als de baas ziet wat jij allemaal waard bent – dat je een of twee dagen per week thuis kunt werken. Met de huidige mobiele technologie is dat geen enkel probleem zolang je je doelstellingen maar realiseert.

Op deze wijze zijn vrouwen in staat financiële vrijheid te creëren – nu en in de toekomst. Als onverhoopt de scheiding daar is – of een voortijdig overlijden van de geliefde partner – dan kan het leven zo goed mogelijk doorgaan. Of bij pensionering waarbij de (vrouwelijke) partner aanzienlijk jonger is dan de eerst gepensioneerde partner. Ook de mannelijke (ex-)partner deelt hier de vruchten van. Werk maar eens een paar scenario’s uit – ook de minder plezierige, juist de minder plezierige!

Daarom: als jij – lezer – een man bent, dan laat je deze blog lezen door je vrouw, je dochter of je kleindochter of welke andere vrouw dan ook!

P.S. Natuurlijk maakt iedereen zijn of haar eigen keuze. Keuzevrijheid staat altijd voorop. Maar denk goed na over de gevolgen – korte én lange termijn – van je eigen keuze. Succes!

Wie durft mij nog tegen te spreken?

De leidinggevende hakt snel de knoop door. Zijn team denkt: “Hij zal er wel over nagedacht hebben, dus ik houd mijn mond maar.” De meeste werknemers durven niet echt tegen te spreken, laat staan ongehoorzaam te zijn. Als lemmingen lopen deze “medewerkers” achter de directieve, mogelijk zelfs autoritaire leider aan. De consultant had eerder aanbevolen om met kracht te zorgen dat “alle neuzen dezelfde kant uit” staan zodat het beoogde doel zonder dralen wordt gehaald. Zo heeft onze direct leidinggevende de meeste invloed op ons succes. En op ons werkplezier en onze motivatie. Dus laten we nu eens niet hopen dat “hij er wel over nagedacht zal hebben”, maar durf hem eens een paar kritische vragen te stellen. 

In veel organisaties is sprake van vastgeroeste patronen, communicatie- en gedragsstijlen die met elkaar botsen en tegenstrijdige belangen. Hier ligt een belangrijke rol van de leidinggevende om deze knopen te ontwarren en sluimerende conflicten naar de oppervlakte te halen. Centraal staat dan het goede gesprek over communicatie- en gedragsstijlen, over competenties en over waarden en normen. Als je een goed functionerend team wilt hebben, dan zorg je ervoor dat je zoveel mogelijk tegenspraak en ‘ongehoorzaamheid’ in je team aanwezig hebt. Maar hoe pak je dat aan? Stampvoetend voor je team staan en roepen: “Waarom spreken jullie mij niet tegen?” is doorgaans niet de aangewezen weg. Hieronder volgen enige suggesties die alleen of in samenhang kunnen worden gebruikt.

De eenvoudigste manier is om klein en dichtbij jezelf te beginnen. Leer de mensen aan wie je leiding mag geven kennen. Ga “het goede gesprek” aan met je medewerkers en collega’s. Achterhaal wie ze zijn en wat hen beweegt. Leer hún waarden kennen, zoals hun loyaliteit en hun intrinsieke motivatie. Dit gesprek is noch een functioneringsgesprek noch een beoordelingsgesprek; dit is een goed kennismakingsgesprek. Ben Tiggelaar zei het in een van zijn NRC columns zo: “Het helpt om een bedrijf meer als een gemeenschap van mensen te zien die iets willen betekenen voor andere mensen”. En het beschermt tegen onmenselijk gedrag binnen jouw bedrijf. Probeer in dit soort gesprekken te achterhalen wat jouw medewerkers echt doen en waarom ze dat zo doen. Pas dan ben je in staat om in eenvoudige woorden uit te leggen waarom jouw ingrijpen een positieve invloed zal hebben op de werkwijze van jouw medewerkers. Als leidinggevende ben je dan meteen beter in staat om relevant en mogelijk uitdagend werk aan te bieden, zodat de medewerker groeit en daarmee de organisatie.

Een manager die een coachende stijl van leidinggeven hanteert hoort en ziet zoveel meer. Mijn gewaardeerde collega Ina van Maurik noemt dat LSD: “luisteren, samenvatten en doorvragen”. Zodra de manager deze aanpak oprecht in haar/zijn stijl van leidinggeven betrekt, dan lok je tegenspraak op volstrekt natuurlijke wijze uit. De communicatielijnen gaan open. Vrouwen op leidinggevende posities willen deze stijl vaak combineren met de participatieve (meewerkende) stijl van leidinggeven. Op zich een mooie, mensgerichte combinatie die tot uitstekende resultaten kan leiden. Werkplezier en motivatie stijgen vaak zichtbaar. Echter, hier ligt wel de valkuil op de loer dat de manager de problemen van haar medewerker gaat oplossen en daarmee het (over)zicht op het gewenste bedrijfsresultaat uit het oog zou kunnen verliezen.

Tegenspraak kun je ook institutionaliseren. Juist omdat iedereen wordt opgeslokt door de dagelijkse operaties, kan het zinvol zijn om met enige regelmaat vergaderingen of evenementen te organiseren waarin door middel van levendige discussies, brainstorming of anderszins kritische communicatie en reflectie mogelijk wordt gemaakt. In mijn eigen bedrijfservaring werden internationale vergaderingen belegd met interne “derden” (vertegenwoordigers uit andere delen van het bedrijf) om hun kennis en ervaring aan te wenden om “gaten te schieten in ons voorgenomen project”. Het opzoeken van deze weerstand was niet altijd even leuk, maar het heeft ons voor heel wat ellende behoed.

Als medewerkers zonder enige bedreiging van hun eigen persoon of positie binnen het bedrijf open en eerlijk kritiek kunnen spuien op wat de leidinggevende voorstelt, dan benut je alle kennis, ervaring  en talent binnen je bedrijf tot meerdere “eer en glorie” van het geheel, de mensen incluis. Was dat niet de reden dat je hen had aangenomen in de allereerste plaats? Koester de dwarse denkers. Luister naar hen! Daarmee maken zij het verschil. Precies dat motiveert hen om nog beter mee te denken, mee te praten en mee te beslissen.

Ik wens u veel tegenspraak en veel succes in 2015 toe!

Deze blog werd geschreven in nagedachtenis van Arthur Gotlieb, de medewerker van de Nederlandse Zorgautoriteit die in 2014 zelfmoord pleegde nadat hij op afstand was geplaatst door zijn management wegens lastige vragen. Postuum kreeg hij gelijk en werd gerehabiliteerd door de NZa.

Goed Voornemen 2015: Benoem een Vrouw!

Caroline Flack, de winnares van de 12e aflevering van het populaire BBC programma Strictly Come Dancing zei het zo: “Hij heeft meer geloof in mij dan ik in mijzelf.” Je herkent dat vast wel: je vraagt een talentvolle vrouw om een management positie in te nemen en zij twijfelt. Ze weet niet zeker of zij over alle competenties beschikt om zo’n leidinggevende rol met succes te spelen. Neem eens de moeite om door te vragen en er achter te komen wat deze vrouw er nu werkelijk van weerhoudt om leidinggevende verantwoordelijkheid te aanvaarden.

Het jaar 2015 is een uitgelezen jaar om meer vrouwen op leidinggevende posities te krijgen in dit land – in het bedrijfsleven, bij de overheid en in de politiek, in de wetenschap en op onze universiteiten. Waarom dit jaar, zul je zeggen? Om verschillende redenen. In de eerste plaats omdat er op dit moment een grote hoeveelheid hoogopgeleide getalenteerde jonge vrouwen beschikbaar is. Er studeren meer vrouwen af op onze hogescholen en universiteiten dan mannen – in vrijwel alle vakgebieden. En naast veel andere goede redenen in de laatste plaats omdat tegen het einde van dit jaar – om precies te zijn op 1 januari 2016 – tenminste 30% van de leden van de Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen van grote NV’s en BV’s van het vrouwelijke geslacht moeten zijn, want anders… tja, wat dan eigenlijk?

Hoe kan je nu snel uitvoering geven aan het goede voornemen om meer vrouwen te benoemen op leidinggevende posities binnen je eigen bedrijf of organisatie? Zo moeilijk lijkt dat niet. De meeste mannen willen best ruimte maken voor vrouwen – maar willen die vrouwen die aangeboden ruimte wel pakken? Laten we gewoon aan de slag gaan. Volg dit simpele stappenplan:

  1. Maak een situatie analyse
  2. Stel streefcijfers vast per management team
  3. Identificeer vrouwelijk talent in de gehele eigen organisatie
  4. Ga de gesprekken met deze vrouwen aan
  5. Benoem ze zo snel mogelijk

Situatie analyse

organogram kleinWaar hebben we het over? In jouw eigen organisatie heb je een directie, daaronder een paar afdelingen met een eigen management team en als het om een grote organisatie gaat wellicht daaronder nog wat management teams. Het bekende organisatieschema met de “harkjes” komt in beeld. Van elk van die teams is eenvoudig vast te stellen hoeveel mannen en vrouwen daarin zitten. Klaar!

Streefcijfers

large_2a875_fifty-fiftyIn een ideale wereld komen evenveel vrouwen als mannen voor. Zo ook in jouw organisatie. Dus laten we eens vaststellen hoeveel vrouwen eigenlijk in al die management teams zouden moeten zitten: 30%? Of gewoon fifty-fifty? Ik ga even uit van het laatste. In MTs met een oneven aantal leden mag je natuurlijk een keus maken: twee vrouwen en een man of twee mannen en een vrouw. Maak je keuze! Nu weet je precies hoeveel vrouwen je tekort komt. Schrijf dat aantal op. Klaar!

Wacht even: uiteraard ga ik hier makkelijk voorbij aan het feit dat daar nu uiterst competente mannen zitten, waarvoor natuurlijk een oplossing moet worden gezocht. Ik ben ervan overtuigd dat je daar als leider van deze organisatie een goede en voor iedereen acceptabele oplossing voor weet te bedenken! Daar ben je tenslotte leider voor, toch?

Identificatie van vrouwelijk talent

Jouw HR-systeem zou inzicht moeten kunnen geven in het totaal aantal vrouwelijke medewerkers, hun gedrag en houding, hun opleiding, vaardigheden en competenties alsmede hun ambities. Zeer waarschijnlijk zit hier verrassend (veel) potentieel tussen om in aanmerking te komen voor management benoemingen; wellicht is een aantal vrouwen reeds actief op (lagere) management posities en komt in aanmerking om door te stoten naar hogere, misschien zelfs het hoogste echelon. Kort en goed: je hebt nu namen en rugnummers van de vrouwen die in aanmerking komen. Klaar!

Ga de gesprekken aan met deze vrouwen

So far so good! Nu komt het lastigste gedeelte van deze ogenschijnlijk simpele procedure. Ga gesprekken aan met deze vrouwen. Besef daarbij heel erg goed dat vrouwen vanwege hun holistische kijk op het leven vol zitten met twijfels en onzekerheden. Vreneli Stadelmaier publiceerde onlangs haar boek “F*ck die onzekerheid” om vrouwen bewust te maken van hetgeen hen zo onzeker lijkt te maken waar mannen gewoon “achter het stuur kruipen”.

In een dergelijk traject als hier beschreven vroeg ik aan een hoogopgeleide, zeer gekwalificeerde en getalenteerde vrouw of zij plaats wilde nemen in de directie. “Oh nee, die ambitie heb ik helemaal niet!”, riep zij – hoogzwanger van haar tweede kind – verschrikt uit. Drie coaching gesprekken en een leiderschapstest later erkende zij dat ze die job wel degelijk aan zou kunnen. Gesprekken met de directeur en met haar man thuis overtuigde haar om die plek wel te ambiëren. Inmiddels doet zij het gewoon erg goed. Ook het MT functioneert beter naar verschillende maatstaven. Als ‘het gesprek’ niet intensief met haar was aangegaan, dan zou uitstekend eigen talent verloren zijn gegaan. Haar grootste angst? Dat haar work-life balans in ongerede zou raken in het nadeel van haar persoonlijke leven. Door goede afspraken te maken – thuis én op het werk – hoeft 24/7 beschikbaarheid niet in te houden dat je structureel veel meer dan 40 uur per week werkt.

Dus mannen: ruimte geven aan vrouwen houdt in dat je de gesprekken aangaat met talentvolle vrouwen en hun onzekerheden adresseert. Klaar!

Benoem een vrouw op een leidinggevende positie

Dat was tenslotte het goede voornemen voor 2015. Doe het dan ook! En vergeet niet dat deze vrouwen behoefte hebben aan goede management training, coaching en mentoring. Even voor de goede orde: dat geldt evenzo voor juist benoemde mannelijke managers! Dat bij mannelijke managers ook veel zaken misgaan, ligt heel vaak aan het niet goed selecteren op hun leiderschap en vervolgens het ontbreken van training, coaching en mentoring van deze net benoemde managers. Hoe is management development nu geregeld in jouw organisatie? Ik ben benieuwd naar je antwoord.

Het is van groot belang om leidinggevenden op hun persoonlijke authentieke leiderschap te selecteren, trainen, coachen en mentoren. Dat geldt voor vrouwen net zo. Respecteer daarbij alsjeblieft zoveel mogelijk de verschillen tussen mannen en vrouwen. Juist die verschillen zorgen voor complementariteit en synergie die leiden tot de gewenste meerwaarde van genderdiversiteit. Door vrouwen op mannelijke waarden gebaseerde management development programma’s en/of MBA’s te laten volgen, gaat veel van hun authenticiteit verloren. Onze MDP’s en MBA’s zullen dus moeten worden aangepast aan genderdiverse management teams. Wordt vervolgd.