Amerikaanse onderzoekers lieten vorige week in Science zien dat vrouwen in de wetenschap vooral ondervertegenwoordigd zijn in vakgebieden waar wetenschappers zelf denken dat die aangeboren talent vereisen. Hoewel deze onderzoekers geen oorzakelijk verband konden aantonen, denken zij dat die ondervertegenwoordiging in elk geval deels komt door het stereotiepe idee dat vrouwen niet ‘het mysterieuze talent’ bezitten dat in die disciplines nodig is. Naomi Ellemers, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit van Leiden spreekt over een rationalisatie van een onderbuikgevoel bij (sommige?) mannelijke wetenschappers: “Wij moeten vrouwen níet!”
De Stichting Beauvoir, die in Nederland de participatie van vrouwen in de wetenschap bevordert, meldt op haar website dat Nederlandse universiteiten in vergelijking met de rest van de wereld een zeer laag percentage vrouwelijke hoogleraren en bestuurders hebben. Met nog geen 15% vrouwen op topposities binnen de wetenschap bungelt Nederland in de onderste regionen van de Europese ranglijst. Er zit gelukkig wel groei in, maar in het huidige groeitempo komt genderbalans pas tegen 2060 in zicht.
Het aantal en percentage vrouwelijke hoogleraren wisselt sterk per universiteit. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft het hoogste percentage vrouwelijke hoogleraren, namelijk 20,6%. Dat is ruim boven het landelijke gemiddelde van 14,8%. De Radboud universiteit heeft nu een beleid waarin ernaar wordt gestreefd dat één op de vier benoemingen tot hoogleraar voor een vrouw is. Dit beleid lijkt te werken, het vrouwenaandeel groeide van 13 naar 20,6 procent. In Nijmegen is inmiddels 1 op elke 5 hoogleraren vrouw. De Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Leiden volgen met 19,2% vrouwelijke hoogleraren. De technische universiteiten (Delft, Eindhoven en Twente), met studies die van oudsher weinig vrouwen trekken, hebben relatief lage percentages vrouwelijke hoogleraren.
Vrouwen zitten inmiddels ook wat vaker in collegebesturen. Tien jaar geleden waren er slechts drie vrouwelijke bestuursleden, inmiddels zijn dat er acht op 14 Nederlandse universiteiten. Vooral aan de Universiteit van Amsterdam hebben veel vrouwen het voor het zeggen: drie van de vier bestuursleden zijn vrouw. Nijmegen scoort op dit punt nu weer erg slecht: nog nooit zat er een vrouw in het College van Bestuur.
Binnen de Europese Unie zijn afspraken gemaakt waarin staat dat in 2013 (oops, dat was twee jaar geleden…) 25% van alle hoogleraren vrouw moet zijn. Omdat universiteiten en umc´s in Nederland onderkennen hoe belangrijk het is om het volle potentieel van vrouwelijk talent te benutten, ondertekenden zij vrijwel allemaal het Charter Talent naar de Top. Daarmee committeerden zij zich aan het voeren van meetbare strategieën om vrouwelijk talent te behouden en de doorstroom naar hogere functies te vergroten. Afgezien van openbaarmaking van een slecht resultaat volgt geen enkele sanctie…
In de NRC van 16 januari 2015 stond een “alleraardigst” commentaar naast genoemd onderzoek, waaruit blijkt dat nog een majeure mind shift (mentaliteitsverandering) nodig is om de participatie van vrouwen in de wetenschap een “boost” te geven. Het commentaar stelt: “Om te veranderen dat vrouwen gediscrimineerd worden in de wetenschap, moet duidelijk zijn dát het gebeurt. Maar berichten over onderzoek naar seksisme lokken ook seksistische reacties uit (Psychology of Women Quarterly, 1ste kwartaal). Vooral mannen ontkennen of rechtvaardigen seksediscriminatie (‘vrouwen worden zwanger’, ‘mannen werken harder’) of maken seksistische opmerkingen (‘iets dat vijf dagen achtereen bloedt en niet sterft vertrouw ik niet bij het nemen van rationele beslissingen’). Veel vrouwen erkennen wel dat seksediscriminatie bestaat.”
Mogelijk helpt het eerder gegeven wiskundig bewijs dat vrouwen er toe doen. Kom wetenschappers: geef vrouwen de ruimte! Kom vrouwen: pak die ruimte!! Wij moeten vrouwen juist wél.