Ik ben zo’n man. Ik ben zo’n babyboomer die zeer zelfverzekerd in alle onderwerpen deskundig is. Dat kan natuurlijk niet, schrijft Vreneli Stadelmaier in haar zeer lezenswaardige boek “F*ck die onzekerheid”. Als je met zo’n man praat, met mij dus, heb je het idee dat hij een expert is op elk gebied. In de USA hebben ze daar een term voor: manplaining, een samentrekking van man en explaining. En uitleggen kan ik goed – op elk gebied! “Hoe weet je dat allemaal?”, roept mijn omgeving vertwijfeld uit. Tja, altijd goed opgelet op school – van vóór de Mammoetwet 1968, weet je nog? Zo’n “vertel-mij-niks-ik-weet-overal-alles-van-man”, dat ben ik.
Kijk uit voor die zelfverklaarde allesweters, zegt menig management boek en terecht. Gecombineerd met testosteron ontstaat een explosief mengsel dat snel tot narcisme kan leiden. Testosteron bevordert daadkracht en competitie en is verantwoordelijk voor de seksdrive. Gelukkig hebben vrouwen ook testosteron, maar wel veel minder dan mannen. Vrouwen beschikken juist over meer oestrogeen. Dit hormoon bevordert het zorgende gedrag en empathie.
Maar er zijn meer hormonen die ongelijk over mannen en vrouwen zijn verdeeld. Oxytocine, het knuffelhormoon, heeft een positieve invloed op je zelfvertrouwen. Daarom is knuffelen goed. In welke mate je dit wilt toepassen voor aanvang en na afloop van zakelijke vergaderingen laat ik aan je eigen gezonde oordeel over. Serotonine vermindert angstgevoelens. Handig als je risico’s wilt nemen. Mannen maken dat in grotere hoeveelheden aan dan vrouwen. Hetzelfde geldt voor dopamine dat bevordert dat je in actie komt. Te veel dopamine in combinatie met serotonine zorgt ervoor dat je onverantwoorde risico’s neemt. Wat zei Christine Lagarde (zie foto) ook alweer over Lehman Sisters? Inderdaad maken vrouwen minder serotonine en minder dopamine aan. Te weinig dopamine veroorzaakt zelfs negatieve gedachten en depressiviteit. Voilà – het genetische verschil tussen vrouw en man.
Stadelmaier heeft ontdekt waarom het met die doorstroom van vrouwen maar niet wil lukken, terwijl vrouwen sneller en met betere cijfers afstuderen aan onze universiteiten en hogescholen dan mannen. In haar boek “F*ck die onzekerheid” beschrijft ze het zogenoemde imposter syndrome – het bedriegerscomplex. Kenmerkend voor het impostor syndrome is dat je bang bent om door de mand te vallen, om ontmaskerd te worden. Het komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Bij vrouwen aanzienlijk vaker dan bij mannen. Ik – de “vertel-mij-niks-ik-weet-overal-alles-van-man” – heb er helemaal geen last van. Maar ik ben ook geladen met testosteron en dopamine – als ik zin heb met een beetje oxytocine en als ik het nodig heb met serotonine.
Op pagina 97 van haar tweede druk (november 2014) beschrijft Stadelmaier ene Gerda, 39 jaar en marketing manager bij een grote retailer. Gerda merkte dat zij altijd veranderde in een saaie muts wanneer ze met zo’n “vertel-mij-niks-ik-weet-overal-alles-van-man” stond te praten. Ze vertelde over een situatie waarin zij duidelijk degene was met verstand van zaken en haar gesprekspartner met een grote staat van dienst op een ander vakgebied eigenlijk een grote windbuil. Helaas zag zij dat pas achteraf, want in het gesprek stond die man van alles te blaten over haar vakgebied met een overdonderende stelligheid. Ze liet zich er helemaal door van de wijs brengen en reageerde nauwelijks meer op alle onzin die deze man zo stellig beweerde. Pas achteraf, toen ze in de auto zat, realiseerde zij zich wat er gebeurd was. Het impostor syndrome!
In mijn unieke “Hij-voor-Zij” programma stel ik een wezenlijke mentaliteitsverandering voor. Mannen – dus ook die “vertel-mij-niks-ik-weet-overal-alles-van-mannen” – ja, dus ook IK – moeten bewust ruimte geven aan vrouwen. Er zijn meer dan genoeg jonge, hoogopgeleide vrouwen die over geweldige kwaliteiten beschikken. Wij mannen moeten hen een helpende hand toereiken en hen niet overbluffen met onze “wij-weten-alles” bravoure. Geef hen ruimte, vraag gericht om hun mening en neem de tijd en moeite om er bewust en actief naar te luisteren. Wie weet hadden wij kunnen voorkomen dat Lehman Brothers omviel (zullen we nooit weten, maar toch). En vrouwen: pak die aangeboden ruimte met beide handen aan. Twijfel rustig aan je eigen kunnen, maar ga wel de dialoog aan met die mannen en merk hoeveel je te bieden hebt. Vrouwen en mannen zijn verschillend en daarom is de combinatie zoveel sterker.
Experimenten op Harvard Business School en ander herhaald onderzoek (sedert 2007) hebben aangetoond dat genderbalans in management teams en executive boards leidt tot 30% à 40% betere resultaten in elk opzicht: toename in marktaandeel, afzet en omzet, in winst en aandeelhouderswaarde, in creativiteit en innovatiekracht, in corporate social responsibility en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het imago als werkgever blijkt positiever te worden en het wordt gewoon een prettiger omgeving om voor te werken. Waar wachten wij nog op als de business case zo helder en duidelijk is?
Voor personal coaching – en team coaching op dit gebied kun je altijd terecht bij mij. Want tja, ik blijf natuurlijk een “vertel-mij-niks-ik-weet-overal-alles-van-man”…