Maandelijks archief: maart 2016

Fatsoen – wat is dat ook alweer?

Hufterig gedragGrappig hoe je als mens bent geconditioneerd. Ik sta ’s morgens meestal op tijd op, ik ben vriendelijk naar de mensen om mij heen: gezinsleden, buren en collega’s. Ik groet iedereen en meestal scheld ik niet in het openbaar, hoewel een ‘godverdomme’ er bij mij toch wel weer makkelijk uit komt. Door een recente column van Bas Heijne, columnist van NRC, werd ik mij weer eens bewust van deze Freudiaanse trekjes.

Tijdens de wederopbouw (jawel, ik ben van 1947, een goede vintage vertellen mijn vrienden van datzelfde bouwjaar) leerde ik thuis en op school dat je niemand in het openbaar mag beledigen of kwetsen. En als je dat wel doet dan is dat in de eerste plaats onfatsoenlijk. Op Wikipedia staat dat fatsoen kan worden gezien als een groot aantal sociale conventies, dat je als kind wordt bijgebracht tijdens de opvoeding door je ouders. In de tweede plaats kun je bij onfatsoenlijk gedrag ter verantwoording worden geroepen – in het uiterste geval zelfs tot in de rechtszaal. Da’s logisch, hoor ik Johan Cruijff (zelfde vintage) zeggen. Gedrag lokt gedrag uit, eigen schuld dikke bult en boete volgt op schuld. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Natuurlijk mag je alles zeggen, maar als je daarmee iemand kwetst dan kun je ter verantwoording worden geroepen. Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten. Zulke regels – mits in acht genomen – creëren een wereld waarin wij met elkaar met fatsoen omgaan. Dat is een beschaafde wereld – dat heet beschaving. Al het andere is onbeschoft, hoewel… In de loop der jaren heeft in Nederland voor veel mensen fatsoen een negatieve bijklank gekregen. Fatsoen wordt dan gelijk gesteld aan bekrompenheid en weinig tolerantie voor andere gedragingen. Het zou wellicht ook te maken hebben met een gevoel van onvrijheid, zichzelf beletten te doen waar men zin in zou hebben: “Ik heb nu eenmaal zin om jou te kwetsen!” Het is maar waar je zin in hebt…!

In mijn management training ga ik vaak uit van het gedachtegoed van de Amerikaanse management goeroe Patrick Lencioni. Hij baseert teamwerk – succesvol teamwerk – allereerst op wederzijds vertrouwen. In zo’n team – waarin iedereen elkaar oprecht vertrouwt en in ieder geval uitgaat van elkaars goede bedoelingen – durft elk teamlid zich kwetsbaar op te stellen. Elkaar kwetsen, elkaar onheus bejegenen maakt dan geen deel uit van de dagelijkse omgang met elkaar. Onfatsoenlijk, kwetsend gedrag leidt niet zelden tot een angstcultuur. Binnen een fatsoenlijk team durft iedereen zijn vrije mening te uiten. Zij durven elkaar allemaal – niemand uitgezonderd – te bevragen en iedereen geeft zijn kijk op de zaken naar beste eer en geweten. In zo’n team durven de leden furieus van elkaars mening te verschillen. In zo’n team gaan de leden met elkaar de dialoog – soms een pittige dialoog – aan. Zij luisteren naar elkaar, beginnen elkaar te begrijpen en leren van elkaar. Samen komen zij tot betere oplossingen dan de oplossing die zij ieder voor zich voor ogen hadden. Co-operatie krijgt een extra dimensie: co-creatie. In zo’n team gebeurt iets. Zij winnen GOUD op de Olympische Spelen.

Vergelijk dat eens met het gedrag en de houding van onze zelfbenoemde grote wedijveraar voor de vrije meningsuiting, het balorige lid van de Tweede Kamer Geert Wilders, die zijn teamwork baseert op het machiavelliaanse ‘divide et impera’ en het zal duidelijk zijn dat ik van “vrije mening” ben dat die aanpak tot mislukken gedoemd is. Het brengt ons weinig anders dan onbegrip en onfatsoen, kortom anarchie.

Freud zag in de mens een duistere verzameling aanvechtingen en lusten, die in toom gehouden kunnen worden door onze eigen sociale omgangsregels. In die zin dient beschaving om ons te beschermen tegen onze natuur – tegen onszelf, zegt Heijne in zijn NRC-column. Heijne vraagt zich zorgelijk af of de boel verschuift: “Vervaagt de grens? Begint de maatschappij zelf niet steeds meer op een grote voetbaltribune te lijken? Vanwege dat gevoel veroorzaakten de beelden van PSV-supporters die bedelende Roma in het openbaar vernederden zoveel ophef, net als eerder de berichten over de aanrandingen op Oudejaarsavond in Keulen. In Madrid werd niemand betast of beroofd, maar je zag het terloopse plezier in de vernedering, het achteloze machtsvertoon van de sterkste”. De bekende advocaat Gerard Spong stelde dat die PSV-supporters geen wet hadden overtreden. Terecht constateerde hij dat vervolging dan geen zin heeft. Hooguit kon PSV als vereniging een disciplinaire actie ondernemen tegen haar leden. Kijk – zo zit dat met fatsoen. Dat zit in je en dan pas je dat “keurig” toe. De balans vind je door bij een ander niet te doen wat jij niet wilt dat jou geschiedt. Gedrag lokt gedrag uit, zei ik al: wie goed doet, goed ontmoet.

Heijne gaat verder: “In de Verenigde Staten laat Donald Trump zien hoe dat politiek werkt. Trump flirt aan een stuk door met agressie en geweld, hij geeft zijn publiek impliciet toestemming om uit naam van hun grieven hun beschaving aan de kant te zetten – een beetje dreigen, een beetje intimideren, een beetje duwen en trekken, schoppen en slaan. Alles volgens de aloude leugen van het schoolplein: de ander begon. (…) We keuren het af, maar als je je gang wil gaan – wij houden je niet tegen.”

Weer even terug naar mijn management training en coaching. Een team waarvan de teamleden elkaar vertrouwen en met elkaar het inhoudelijke “conflict” durven aan te gaan, alleen zo’n team is bereid om jegens elkaar en jegens de organisatie die zij dienen, commitment aan te gaan en elkaar daar ook aan te houden. Het laat zich raden dat zo’n team daadwerkelijk klinkende resultaten neerzet. Zij gaan voor GOUD én zij winnen GOUD.

De teamleider heeft overigens ook een rol te vervullen. Vertrouwen ontstaat niet zomaar. De teamleider zal zich extra moeten inspannen om dat vertrouwen te laten ontstaan en te laten groeien. Ongewenst gedrag moet worden afgekeurd. Ook als jij je gang wil gaan, dan zal de teamleider duidelijk moeten ingrijpen. Ongewenst gedrag wordt binnen dit team niet getolereerd. Ieder lid moet zich kwetsbaar kunnen opstellen, ook ingeval van sterk afwijkende meningen. De stevige dialoog, die op een respectvolle en fatsoenlijke manier wordt geleid en gevoerd, brengt het beste naar boven. Voor iedereen zichtbaar. Zo’n leider let zowel op het gewenste resultaat (doel) als op de mensen waarmee hij dat doel wil realiseren. Volledige vrijheid van meningsuiting staat fatsoen daarbij niet in de weg.

Vooral vrouwen blijken een geweldige positieve bijdrage te kunnen leveren aan dergelijke GOUDEN teams. Experimentele onderzoeken hebben aangetoond dat tenminste 30% vrouwen in een team al tot verbetering van de communicatie, samenwerking en resultaten leiden. In zo’n team is het belangrijk dat mannen ruimte maken voor vrouwen en dat vrouwen deze ruimte optimaal benutten – wellicht zelfs aangemoedigd door mannen. Het optimum blijkt te liggen op 55% vrouwen en 45% mannen binnen een (management) team. Het huidige gemiddelde percentage ligt op minder dan 20%. Er is dus werk aan de winkel en dat is niet meer dan fatsoenlijk.respect 2

Internationale Vrouwendag

Internationale VrouwendagVanmorgen op mijn sportschool werd ik verwelkomd met de inspirerende slogan: “Let’s MOVE for a better world!” Alleen vandaag? denk ik dan. Zo ook met 8 maart: internationale vrouwen-dag – alleen vandaag? Moederdag, vaderdag, Valentijnsdag, complimenten-dag, dierendag en nu dus ook vrouwendag. Alsof je niet elke dag om je moeder of je vader of je (huis)dier geeft. En ik mag hopen dat je dagelijks een oprecht compliment aan je kind, je collega of je medewerker geeft. Omdat gedrag nu eenmaal gedrag uitlokt, loop je een reële kans dat je vandaag ook zelf een compliment ontvangt. Leuk toch?! Dus vandaag – 8 maart – is het internationale vrouwendag dat in het teken staat van strijdbaarheid en het gevoel van solidariteit van vrouwen overal ter wereld. Waarom 8 maart? Op 8 maart 1908 vond in New York de eerste staking door vrouwen plaats gericht tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. Vandaag – 108 jaar later – is het thema “sisterhood”.

In het zakenblad MT stond laatst onder een foto van Willem Vermeend, voormalig staatssecretaris en thans Internetondernemer en investeerder: “De bedrijven die ik bezoek gebruiken de woorden leiderschap en management niet meer. Waar het om gaat is innovatie, teamwork, creativiteit, samenwerking.

Teamwork en samenwerking. Vrijheid, gelijkheid en broederschap – voeg “sisterhood” om evidente gelijkheidsredenen toe. Experimenten aan Harvard Business School – later herhaald aan de Hogeschool van Amsterdam – toonden aan dat creativiteit, duurzaamheid en innovatiekracht exponentieel toenamen op het moment dat je een, twee of meer vrouwen toevoegde aan een team. Het teamwork verliep anders. De communicatie binnen het team verliep anders. Harvard constateerde dat een minimum van 30% vrouwen binnen een divers team een duidelijk kantelpunt laat zien. De Hogeschool van Amsterdam ging verder en constateerde een optimum bij 55% vrouwen en 45% mannen in een team. Interessant!

Met aantallen alleen ben je er natuurlijk niet. Naast kwantiteit (vergeet het quotum) moet ook de kwaliteit goed in het oog worden gehouden. Wij spreken binnen deze teams dus over goed opgeleide, competente vrouwen en mannen met het juiste gedrag, de juiste attitude en een gezonde ambitie. Dus vrouwen en mannen die weten wat en wie zij willen zijn en waar wederzijds respect en wederzijds vertrouwen vanzelfsprekend zijn. Leuk dat wij mannen dit hier min of meer “eisen” omdat er nu opeens vrouwen in het spel zijn. Toen wij nog onder elkaar waren kon ons dat betrekkelijk weinig schelen. In mijn ruim 15 jaar ervaring met executive search heb ik maar al te vaak gezien dat de mannelijke ondernemer ondanks een aangeboden selectie van uitmuntende kandidaten toch maar liever dat “bekende vriendje” koos, omdat het feitelijk een “kloon” van zichzelf leek. Ik zeg “leek”, omdat vaak de ondernemer later bij mij terugkwam omdat het gedrag, de houding en de competenties van “het vriendje” toch niet zo geweldig bleken te zijn. Dus mannen, ga nu niet opeens andere, hogere eisen stellen omdat het vrouwen betreft.

Vrouwen blijken overigens aan zichzelf al veel hogere eisen stellen dan mannen dat doen. Dat is mede een van de redenen dat zij niet snel en spontaan “ja” zeggen tegen een aangeboden management functie. “Kan ik dat wel? Heb ik wel voldoende ervaring? Hoe combineer ik werk en zorg? Hoe houd ik werk en privé in balans?” Vragen die mannen zichzelf zelden of nooit stellen. Wij doen het gewoon en zien wel waar het schip strandt.

En stranden doet dat schip! Piepend en krakend kwam de financiële sector in 2008 tot stilstand. IMF-topvrouw Christine Lagarde weet de financiële crisis voor een belangrijk deel aan al dat haantjesgedrag in directiekamers en op de beursvloeren (zij poneerde de “Lehman Sisters-hypothese”). Ook Joris Luyendijk kwam in de City of London tot de conclusie “Dit kan niet waar zijn”. En Irene van Staveren, hoogleraar aan het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit, stelt vast dat vrouwelijke fondsmanagers in binnen- en buitenland minder risico’s nemen dan mannen en dat vrouwen betere rendementen halen. In de aanloop naar de kredietcrisis verloren mannelijke fondsbeheerders tweemaal zoveel als vrouwelijke. Zeven jaar later beveelt Robeco haar cliënten aan vooral te letten op de diversiteit van de Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen. Hoe meer vrouwen in “the Board” hoe beter het rendement van de betreffende aandelen. “I rest my case!”

In Nederland lopen wij internationaal gezien dramatisch achter. Zijn onze Nederlandse vrouwen dan zo verwend dat zij geen zin hebben om carrière te maken, zoals een bewindsvrouwe een paar jaar geleden opmerkte? Zijn ze er dan gewoon niet? Wat is dat toch dat het maar niet op schiet in dit land?

Natuurlijk zijn er voldoende hoogopgeleide en competente vrouwen in het Nederlandse bedrijfsleven, in overheidsorganisaties en binnen de wetenschap. Op dit moment studeren (veel) meer jonge vrouwen af van onze universiteiten en het hoger beroepsonderwijs dan mannen. Het percentage vrouwen op het onderste managementniveau stijgt; ook op middelmanagementniveau zien we een duidelijke toename – tot wel 25 à 28 procent. Maar de doorstroom stokt zodra jonge vrouwen rond de 30+ jaar oud zijn. Natuurlijk is er dan sprake van een kinderwens, maar uit onderzoek blijkt dat het eerder frustraties zijn over gebrek aan waardering en erkenning die hen doet besluiten om eruit te stappen en “voor zichzelf te beginnen”. Niet in de laatste plaats omdat zij dan hun eigen agenda in balans kunnen brengen met andere wensen, waaronder heel vaak zorgtaken. Juist dit soort praktische belemmeringen van een gezonde instroom en doorstroom naar hogere en de hoogste leidinggevende posities moeten en kunnen op korte termijn definitief worden opgeruimd.

TEAM Together Everyone Achieves MoreOns “Hij-voor-Zij” programma laat zien hoe dit moet. Omdat in veel bedrijven ruim voldoende jonge, hoogopgeleide en (latent) ambitieuze vrouwen werkzaam zijn, is het mogelijk om op relatief korte termijn (lees: drie tot vijf jaar) meer vrouwen op leidinggevende posities te krijgen. Die 30% – die nu verschoven is naar 1 januari 2020 – moet zeer eenvoudig haalbaar zijn. En wij allemaal, vrouwen én mannen zullen beleven dat innovatie, teamwerk, creativiteit, duurzaamheid en samenwerking leidt tot veel betere resultaten, tot een prettiger werkomgeving en tot een beter bedrijf, betere organisatie en zelfs een betere samenleving.

Lets MOVE