In de jaren ’90 van de afgelopen eeuw sprak ik een professor van Imperial College in London. Hij hield een gloedvol betoog over een nieuwe tweedeling in de maatschappij die tot grote veranderingen zou leiden, inclusief gewelddadigheden en onlusten (troubles). Hij sprak over de ‘knows’, de mensen die weten hoe de vork in de steel zit en de veel grotere massa, die volkomen onwetend blijft, bewust of onbewust: de ‘no-knows’. In zijn betoog liet hij duidelijk weten dat wij – studenten en jonge ondernemers – natuurlijk moesten zorgen bij de ‘knows’ te horen. Maar hij sprak ook zijn oprechte zorgen uit over die enorm grote groep ‘no-knows’. Zijn zorgen betroffen vooral een aantal mensen dat deze grote massa voor eigen belang of gewin zou gaan uitbuiten en opjutten tegen die deftige ‘knows’. Die laatsten vertegenwoordigen wel onze experts, onze deskundigen, onze vakmensen, onze professionals, maar die grote massa van ‘no-knows’ luistert graag naar andere betitelingen: betweters, zakkenvullers, uitbuiters, onbetrouwbare politici, enfin, vul zelf maar in. Je hoort alom de vraag: “Wie wil in deze tijd nog politica of politicus zijn?”
Stel dat u onlangs van de trap bent gevallen. Uw linkerhand voelt pijnlijk. Opgezwollen alsof er ruimhartig botox in werd gespoten. De vingers helemaal stijf. Overweegt u om naar de huisarts te gaan? Ik vermoed van wel. Die vreest dat een of meer van uw middenhandsbeentjes zijn gekneusd, wellicht zelf gebroken. Zij verwijst u door naar een specialist in het plaatselijke ziekenhuis. Ik wed dat u daar inderdaad naar toegaat, toch? Ook zij vermoedt dat er sprake is van breuk gezien de akelige geluiden die u voortbrengt als zij aan uw vingers trekt. Zij schakelt een radioloog in die na bestudering van de röntgenfoto tot de vervelende conclusie komt dat er inderdaad twee middenhandsbeentjes zijn gebroken. Gelooft u haar? Denk het wel! Een kleine operatieve ingreep volgt, een gipsverband en uw hand kan twee weken niet worden gebruikt. Daar gaat uw vrijheid, uw bewegingsvrijheid. Tja, was dan maar niet van die trap gevallen. Maar u doet wel wat deze ‘weters’ u vertellen – voor uw eigen bestwil, toch?
De Nederlandse econoom Marike Stellinga schreef onlangs in haar wekelijkse NRC-column: “Kunnen dokters precies voorspellen? Nee. Hechten we waarde aan hun inschattingen? Ja. Waarom? Omdat zij er wat vanaf weten. Zijn ze onfeilbaar? Nee. Kunnen ze het mis hebben? Zijn ze soms te stellig? Ja. Maar is het bij een beslissing met medische gevolgen fijn om te weten wat zij vinden? Absoluut.” En zo is het maar net. Die zakkenvullende elite hebben we gewoon hard nodig, omdat zij kennis en vaardigheden bezit die wij zelf niet hebben. En met een goede zorgverzekering blijft het nog steeds betaalbaar. En die kennis, die expertise heeft gewoon waarde. Komt dit alleen op dit vermeende hoge – want gestudeerde – niveau voor? Absoluut niet. We kennen vast allemaal het verhaal van die “drie muisklikken” dat ooit in NRC verscheen. Nee? Hier is het verhaal nog eens.
Groot was de schrik toen het ICT-netwerk bij ons plotseling stilviel. Het hele kantoor kon niet meer werken. Meteen onze vaste ICT-specialist gebeld. Deze vakvrouw kwam snel en ging direct achter een computerscherm zitten om te kijken wat er aan de hand was. Aandachtig keek zij op het scherm naar de foutmeldingen. Zij deed vervolgens drie muisklikken en iedereen kon weer werken. “Grandioos!”, riep ik als opgeluchte directeur uit: “Wat krijg je van me?” “Vijfhonderd euro”, was het prompte antwoord. “Dat is wel heel veel voor een paar minuten werk”, zei ik verontwaardigd. Ik eiste natuurlijk een specificatie. Ter plekke schreef zij een bon en overhandigde deze aan mij zonder blikken of blozen (zie hiernaast).
Dat economen geen glazen bol hebben, maakt hun inschattingen niet waardeloos. Ons wisselvallige Nederlandse weer wordt elk moment van de dag bepaald door talloze factoren die onder directe en vooral dynamische invloed staan van het nabije zeewater. Voorspellingen maken is schier onmogelijk en toch doen onze hoogopgeleide meteorologen van het KNMI hun uiterste best om een goede inschatting te maken. Het meest voor de hand liggende scenario hoeft dan niet altijd precies zo uit te komen. Jammer als een stranddag was ‘beloofd’ en koude zeemist ons terug dreef het ‘warme‘ land in. Zijn die duur betaalde meteorologen daarmee meteen onbetrouwbaar? Voor economen geldt dat eender. Als je goed had geluisterd dan had je kunnen weten dat het om een inschatting gaat met bijbehorend kanspercentage. Wie luistert er tegenwoordig nog?
Zelf vinden wij overal iets van. Onlangs zaten mijn vrouw en ik bij een voorstelling van Lenette van Dongen in de Amsterdamse Kleine Komedie. In een van haar onnavolgbare sketches had zij het over de vinnik!-vrouw. Dat is die vrouw die elke zin eindigt met ‘vinnik!’. Voor de slechthorenden onder ons: “… en dat vind ik!”. Dankzij social media zijn we snel op hoogte van feiten en vooral heel erg veel meningen. Want iedereen vindt wel iets. Misschien flauw, maar mijn moeder zei vroeger altijd: “Wat je vindt, mag je houden”. Oftewel, val me niet lastig met jouw mening, geef me de feiten. De grens tussen meningen en feiten is intussen – juist door die overvloed aan meningen, o ja en feiten – heel erg blurry geworden. Zelfs de traditionele media worstelen daar op dit moment heel erg mee. En Lenette baalde er enorm van.
Een gesprek op basis van ‘vinnik’ wordt zelden een goed gesprek. Mijn expertise kan het zelfs helemaal afleggen tegen jouw onwetendheid. De huisarts vraagt tegenwoordig aan de patiënt die de spreekkamer binnenloopt met de smartphone in de hand: “En wat vind jij dat je volgens Facebook mankeert?”. Die directeur van de drie muisklikken gaat voortaan zelf Google’n om te achterhalen waar hij moet klikken. Dat hij daarmee kostbare tijd verknoeit en dus wellicht meer geld over de balk gooit, lijkt hem niets te doen, want “Ik vind dat wel heel veel geld voor een paar minuten werk!” En die meteorologen met hun zakkenvullende bijbaantjes gooien er ook maar met de pet naar en zorgen dat dit land verzuipt, vinnik! En in Brussel zitten ook van die zogenoemde deskundigen, die ons het leven zuur maken en ons handenvol geld kosten. Nader onderzoek leert overigens vrij eenvoudig dat dit geen feit is, maar een mening, vinnik!
De tweedeling in het Verenigd Koninkrijk na het Brexit referendum is enig in de zin van uniek. Veel Britse jongeren maken zich terecht zorgen om hun toekomst die door veel ouderen “kalt gestellt” lijkt te zijn. 51,9 procent voor verlaten van de EU; 48,1% procent tegen het verlaten van de EU. Dat noem ik een heuse tweedeling. Dat was vroeger goed voor een burgeroorlog. Voor mij betekent dit tegenwoordig: ga de dialoog met elkaar aan. Luister naar elkaar, leer van elkaar, begrijp elkaar en hoogstwaarschijnlijk komen jullie samen tot een veel beter besluit dan ‘blijven’ óf ‘vertrekken’. Alsof er geen andere mogelijkheden zijn. Overigens geldt hetzelfde voor alle overige 27 landen en voor het samenwerkingsverband EU dat beslist en zeker – mijn mening – als vredesproject moet worden voortgezet. Ja hallo, een vredesproject was het en is het nog steeds als je goed naar alle emoties en meningen luistert, ervan leert en elkaar begrijpt. Een blik op Homs in Syrië laat zien hoe in korte tijd – in onze huidige tijd – een bloeiende stad van ruim 600.000 intelligente inwoners tot puin kan geraken. Merkwaardig dat juist mijn moeder (die van wat je vindt mag je houden) zich nog herinnert hoe Rotterdam er in mei 1940 uitzag (voor en na). ’t Is ook maar ongeveer 75 jaar geleden… Zij weet dat nog.
Hoe moeilijk is een dialoog tussen expertise en onwetendheid? Heel moeilijk, maar alleszins de moeite waard om te proberen. Geen debat of discussie. Daar zijn we goed in. Elkaar bestrijden met meningen: Vinnik! Nee, vinnik! De dialoog vergt moed, durf en vooral persoonlijk leiderschap. “Ik vind” dat we daar nog stappen hebben te maken. Ik ben ervan overtuigd dat jonge competente vrouwen ons daar heel goed bij kunnen helpen. Ik geloof sterk in diversiteit in elk opzicht. Ook binnen Europa bestaan veel verschillen – dat maakt Europa ook zo mooi. Je hoeft die verschillen niet weg te poetsen naar een algemeen erkende McDonalds standaard naar Amerikaans voorbeeld. Omarm die verschillen in sekse, geloof, taal, cultuur en al die andere variabelen. Werk met elkaar samen in schitterende projecten, die creatieve, innovatieve en duurzame resultaten opleveren voor onze en volgende generaties. Laat onze millennials niet in de steek door het verschil tussen expertise (de “knows”) en de onwetenden (de “no-knows”) uit te vergroten en te laten divergeren. Het is de hoogste tijd voor de onverbrekelijke samenhang tussen alle mensen. Het klinkt als een oud communistisch ideaal uit 1848, maar het is nog steeds verstandiger om alle volkeren op aarde te verenigen dan ze elkaar de hersens te laten inslaan. Het is aan die zogenoemde (Europese) elite om haar medemensen aan voldoende zingevende arbeid te helpen in plaats van hen te geselen met volstrekt overbodige bezuinigingen, die het draagvlak wegmaaien onder de bereidheid om de dialoog aan te gaan. Ook dat vergt leiderschap. Daarover in een volgende blog meer.